Wat is kinkhoest?
Kinkhoest is een bacteriële luchtweginfectie
Kinkhoest is een besmettelijke infectie van de luchtwegen. Deze infectie wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis en uit zich vooral in een kenmerkende hoest die vaak wel 3-4 maanden aanhoudt. In de volksmond wordt de ziekte dan ook wel ‘honderd-dagen-hoest’ genoemd. Kinkhoest wordt overgebracht door hoesten. Bij hoestende patiënten duurt de besmettelijkheid tot drie weken na het ontstaan van de klachten. Ook iemand zonder klachten kan anderen besmetten.
Meer informatie
- Definities: kinkhoest
- Kinkhoest op www.rivm.nl
Aantal meldingen van kinkhoest
Aantal meldingen van kinkhoest 1976-2019
Jaar | Meldingen |
---|---|
1976 | 4 |
1977 | 25 |
1978 | 1 |
1979 | 26 |
1980 | 30 |
1981 | 50 |
1982 | 80 |
1983 | 200 |
1984 | 534 |
1985 | 1522 |
1986 | 2159 |
1987 | 2709 |
1988 | 112 |
1989 | 434 |
1990 | 471 |
1991 | 164 |
1992 | 169 |
1993 | 294 |
1994 | 536 |
1995 | 343 |
1996 | 2830 |
1997 | 2688 |
1998 | 2568 |
1999 | 6977 |
2000 | 4265 |
2001 | 8030 |
2002 | 4552 |
2003 | 2863 |
2004 | 9751 |
2005 | 5917 |
2006 | 4364 |
2007 | 7753 |
2008 | 8301 |
2009 | 6560 |
2010 | 3765 |
2011 | 7196 |
2012 | 13828 |
2013 | 3402 |
2014 | 9254 |
2015 | 6555 |
2016 | 5570 |
2017 | 4912 |
2018 | 4897 |
2019 | 6383 |
Bron: Schurink-van 't Klooster & de Melker, 2020; Osiris
- Aantallen tot en met 1988 zijn gebaseerd op meldingsdatum.
- Aantallen vanaf 1989 zijn gebaseerd op 1ste ziektedag.
- Vanaf 1988 mochten alleen meldingen waarbij de bacterie was aangetoond of waarbij een positieve uitslag met behulp van antistofbepaling in 2 bloedmonsters was vastgesteld, gemeld worden.
- Vanaf 1997 mochten ook meldingen met een positieve antistofbepaling in 1 bloedmonster weer worden gemeld.
Toename kinkhoestgevallen in Nederland
Na de invoering van de kinkhoestvaccinatie in 1953 is het aantal kinderen met kinkhoest sterk gedaald. Sinds 1996 is het aantal kinkhoestgevallen echter weer flink verhoogd (3.000-14.000 gevallen per jaar). De toename van het aantal kinkhoestgevallen sinds medio jaren negentig kan waarschijnlijk deels worden verklaard doordat de kinkhoestbacterie van structuur is veranderd, waardoor de bacterie ook mensen die beschermd zijn, ziek kan maken. Het vaccin is gemaakt op basis van bacteriestammen uit de jaren vijftig en beschermt daardoor niet meer volledig. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de huidige bacteriestammen ziekmakender zijn (Mooi et al., 2009).
Elke 2-3 jaar epidemische verheffing
Elke 2-3 jaar treedt een epidemische verheffing op. Sinds 2001 is een boostervaccinatie (herhalingsvaccinatie) met een acellulair vaccin ingevoerd voor 4-jarigen. Een acellulair vaccin bestaat uit 3-5 componenten van de bacterie die als antigenen worden aangeboden. De beschermingsduur van deze herhalingsvaccinatie is ongeveer 4-5 jaar. Daarna neemt de bescherming af. Hierdoor stijgt het aantal meldingen per 100.000 vanaf de leeftijd van 8-9 jaar, vooral in jaren met een epidemische verheffing (van der Maas et al., 2013). De meeste kinkhoestgevallen treden nu op bij 8-19-jarigen.
Vooral jonge baby’s zijn kwetsbaar
In Nederland belanden ieder jaar ongeveer 100-200 kinderen met kinkhoest in het ziekenhuis. Dit zijn vooral baby’s tot 3 maanden. Bij hen verloopt de ziekte ook het ernstigst. Het aantal ziekenhuisopnamen fluctueert vergelijkbaar met de incidentie (Schurink-van 't Klooster & de Melker, 2020).
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Literatuur
- Bordetella pertussis strains with increased toxin production associated with pertussis resurgence. Emerg Infect Dis. 2009;15(8):1206-13. Pubmed | DOI
- Pertussis in the Netherlands, is the current vaccination strategy sufficient to reduce disease burden in young infants? Vaccine. 2013;31(41):4541-7. Pubmed | DOI
- The National Immunisation Programme in the Netherlands: surveillance and developments in 2019-2020.. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum Infectieziektebestrijding; 2020. Bron
Aantal sterfgevallen door kinkhoest
Aantal sterfgevallen door kinkhoest 1950-2019
Jaar | Sterfgevallen |
---|---|
1950 | 145 |
1951 | 130 |
1952 | 128 |
1953 | 81 |
1954 | 25 |
1955 | 30 |
1956 | 34 |
1957 | 14 |
1958 | 21 |
1959 | 28 |
1960 | 2 |
1961 | 9 |
1962 | 7 |
1963 | 5 |
1964 | 0 |
1965 | 0 |
1966 | 0 |
1967 | 0 |
1968 | 0 |
1969 | 0 |
1970 | 2 |
1971 | 0 |
1972 | 0 |
1973 | 0 |
1974 | 1 |
1975 | 0 |
1976 | 0 |
1977 | 0 |
1978 | 0 |
1979 | 0 |
1980 | 0 |
1981 | 1 |
1982 | 0 |
1983 | 0 |
1984 | 0 |
1985 | 0 |
1986 | 0 |
1987 | 0 |
1988 | 0 |
1989 | 0 |
1990 | 0 |
1991 | 0 |
1992 | 0 |
1993 | 2 |
1994 | 0 |
1995 | 0 |
1996 | 2 |
1997 | 2 |
1998 | 1 |
1999 | 3 |
2000 | 0 |
2001 | 0 |
2002 | 0 |
2003 | 0 |
2004 | 1 |
2005 | 0 |
2006 | 1 |
2007 | 0 |
2008 | 1 |
2009 | 0 |
2010 | 0 |
2011 | 1 |
2012 | 2 |
2013 | 0 |
2014 | 1 |
2015 | 1 |
2016 | 6 |
2017 | 3 |
2018 | 1 |
2019 | 2 |
Bron: CBS Doodsoorzakenstatistiek; Osiris
- 2019 zijn voorlopige cijfers
- ICD-10-codes A37.0-A37.1, A37.8-A37.9 (WHO-classificaties)
- De sterftecijfers vanaf 2013 zijn minder goed vergelijkbaar met eerdere jaren, omdat het CBS is overgestapt van handmatig naar automatisch coderen
Vrijwel geen sterfte meer door kinkhoest in Nederland
Voor de invoering van vaccinatie voor kinkhoest in 1953, stierven jaarlijks ongeveer 200 kinderen aan deze ziekte. Na het invoeren van de vaccinatie daalde dit aantal tot circa 1 per jaar. Dit betreft voornamelijk kinderen jonger dan 3 maanden. In 2019 stierven 2 personen aan kinkhoest (Schurink-van 't Klooster & de Melker, 2020).
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Literatuur
- The National Immunisation Programme in the Netherlands: surveillance and developments in 2019-2020.. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum Infectieziektebestrijding; 2020. Bron