Trend voorkomen ziekte van Parkinson in huisartsenpraktijk
Jaarprevalentie en aantal nieuwe gevallen parkinsonisme 2011-2019
Jaar | Nieuwe gevallen, mannen | Nieuwe gevallen, vrouwen | Prevalentie, mannen | Prevalentie, vrouwen | Nieuwe gevallen, mannen (absoluut) | Nieuwe gevallen, vrouwen (absoluut) | Prevalentie, mannen (absoluut) | Prevalentie, vrouwen (absoluut) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2011 | 100 | 100 | 100 | 100 | 3.600 | 3.500 | 23.700 | 21.000 |
2012 | 108 | 77 | 102 | 96 | 4.000 | 2.700 | 24.900 | 20.600 |
2013 | 98 | 77 | 99 | 92 | 3.800 | 2.800 | 25.000 | 20.000 |
2014 | 99 | 73 | 98 | 91 | 3.900 | 2.700 | 25.600 | 20.200 |
2015 | 97 | 69 | 102 | 93 | 4.000 | 2.600 | 27.500 | 21.000 |
2016 | 103 | 69 | 104 | 90 | 4.400 | 2.600 | 28.800 | 20.800 |
2017 | 78 | 55 | 104 | 89 | 3.400 | 2.150 | 29.900 | 20.900 |
2018 | 84 | 53 | 104 | 90 | 3.800 | 2.130 | 30.500 | 21.700 |
2019 | 88 | 51 | 104 | 88 | 4.000 | 2.090 | 31.500 | 21.500 |
- ICPC-code N87
- Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2011
- Geïndexeerd (2011 is 100)
- De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.
Aantal nieuwe diagnoses parkinsonisme afgenomen
Voor vrouwen nam het aantal door de huisarts nieuw gediagnosticeerde gevallen van parkinsonisme in de periode 2011-2019 continu af. Het aantal nieuwe gevallen is in deze periode bijna gehalveerd. Voor mannen is ook sprake van een afname, maar deze is minder eenduidig. Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie).
Het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal nieuw gediagnosticeerde gevallen van parkinsonisme is voor mannen nagenoeg constant gebleven, rond de 4.000. Voor vrouwen nam dit aantal af van 3.500 in 2011 naar 2.090 in 2019 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave).
Prevalentie parkinsonisme vrijwel constant
In de periode 2011-2019 was het aantal mensen met parkinsonisme dat bekend was bij de huisarts (jaarprevalentie) vrijwel constant, vooral voor mannen. De jaarprevalentie voor vrouwen is in deze periode met 12% afgenomen. Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie).
Het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal mensen met parkinsonisme dat bekend was bij de huisarts is voor mannen toegenomen van 23.700 in 2011 naar 31.500 in 2019. Voor vrouwen is dit aantal vrijwel gelijk gebleven, 21.000 in 2011 en 21.500 in 2019 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave). Dat het ongecorrigeerde aantal vrouwen met parkinsonisme constant is gebleven en het gestandaardiseerde aantal is afgenomen, komt door de vergrijzing van de bevolking.
Geen duidelijke trend in parkinsonisme tussen 1991 en 2014
In de periode 1991-2014 was er geen duidelijke trend in de jaarprevalentie en het aantal nieuwe gevallen van parkinsonisme. Deze trends zijn gebaseerd op de huisartsenregistraties FaMe-net en RNH-Limburg (zie: Trend jaarprevalentie en nieuwe gevallen parkinsonisme 1991-2014 (PDF; 118 KB)).
Meer informatie
Datum publicatie
Trend in sterfte aan ziekte van Parkinson
Sterfte ziekte van Parkinson 1980-2019
Jaar | Mannen | Vrouwen | Mannen (absoluut) | Vrouwen (absoluut) |
---|---|---|---|---|
1980 | 100 | 100 | 372 | 352 |
1981 | 114 | 106 | 430 | 376 |
1982 | 115 | 115 | 440 | 427 |
1983 | 103 | 112 | 393 | 422 |
1984 | 108 | 100 | 416 | 397 |
1985 | 139 | 121 | 542 | 495 |
1986 | 141 | 142 | 557 | 590 |
1987 | 133 | 126 | 531 | 539 |
1988 | 144 | 135 | 590 | 593 |
1989 | 142 | 149 | 580 | 670 |
1990 | 137 | 128 | 570 | 587 |
1991 | 129 | 144 | 550 | 673 |
1992 | 127 | 117 | 543 | 559 |
1993 | 78 | 88 | 340 | 430 |
1994 | 89 | 94 | 393 | 462 |
1995 | 77 | 73 | 345 | 366 |
1996 | 82 | 85 | 376 | 435 |
1997 | 91 | 87 | 425 | 449 |
1998 | 86 | 88 | 401 | 457 |
1999 | 96 | 88 | 465 | 469 |
2000 | 73 | 73 | 364 | 391 |
2001 | 79 | 80 | 397 | 438 |
2002 | 93 | 94 | 478 | 525 |
2003 | 107 | 97 | 557 | 541 |
2004 | 93 | 88 | 505 | 503 |
2005 | 94 | 87 | 518 | 506 |
2006 | 100 | 86 | 572 | 503 |
2007 | 92 | 78 | 545 | 468 |
2008 | 100 | 84 | 616 | 511 |
2009 | 104 | 80 | 666 | 504 |
2010 | 98 | 85 | 647 | 544 |
2011 | 103 | 88 | 707 | 569 |
2012 | 108 | 94 | 761 | 624 |
2013 | 110 | 93 | 806 | 628 |
2014 | 106 | 91 | 804 | 624 |
2015 | 117 | 95 | 924 | 664 |
2016 | 127 | 109 | 1.039 | 771 |
2017 | 133 | 107 | 1.136 | 774 |
2018 | 124 | 108 | 1.097 | 792 |
2019 | 129 | 98 | 1.184 | 735 |
Bron: CBS Doodsoorzakenstatistiek (gedownload van CBS StatLine in juli 2020)
- ICD-10-codes: G20-G22
- Cijfers over 2019 zijn voorlopig
- Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2019
- Geïndexeerd (1980 = 100)
- De sterftecijfers vanaf 2013 zijn minder goed vergelijkbaar met eerdere jaren, omdat het CBS is overgestapt van handmatig naar automatisch coderen (zie Verantwoording)
Sterfte aan ziekte van Parkinson licht gestegen
De trend in de sterfte aan de ziekte van Parkinson vertoond een grillig patroon. Rond 1975 is de sterfte aan de ziekte van Parkinson afgenomen (niet weergegeven in de grafiek). Dit zou te danken zijn aan een langere overleving door introductie van het geneesmiddel L-dopa. Vanaf 1977 tot ongeveer 1990 is de sterfte weer toegenomen. Deze toename wordt toegeschreven aan de toenemende medische belangstelling voor het ziektebeeld en aan het overlijden van de eerste groep patiënten die behandeld werd met L-dopa (uitgestelde sterfte). Na 1991 is de sterfte vervolgens sterk afgenomen, en vanaf 1995 weer toegenomen. De weergegeven trends zijn gecorrigeerd voor ontwikkelingen in de omvang en leeftijdssamenstelling van de bevolking (standaardisatie).
In de periode 2000-2019 is ook de absolute sterfte (niet gestandaardiseerd) toegenomen, voor mannen van 364 in het jaar 2000 naar 1.184 in 2019 en voor vrouwen van 391 in het jaar 2000 naar 735 in 2019.
Meer informatie
Datum publicatie
Toekomstige trend ziekte van Parkinson door demografische ontwikkelingen
Verwachte stijging aantal mensen met ziekte van Parkinson door alleen demografie
Op basis van uitsluitend demografisch ontwikkelingen zal het absoluut aantal mensen met de ziekte van Parkinson (jaarprevalentie) in de periode 2015-2040 naar verwachting met 71% stijgen. De verwachte stijging bedraagt 79% voor mannen en 61% voor vrouwen. Omdat de ziekte van Parkinson een ziekte is die vooral bij ouderen voorkomt, leidt vergrijzing van de bevolking tot een toename van het aantal mensen met deze ziekte. De toename zal groter of kleiner kunnen zijn door veranderingen in factoren die de kans op het ontstaan van de ziekte van Parkinson beïnvloeden (epidemiologische ontwikkelingen). De toekomstige trend op basis van epidemiologische ontwikkelingen is niet gekwantificeerd.