Roken naar leeftijd
Rokers 2019
Percentage | |
---|---|
Totaal | 21,7 |
Mannen | 25,4 |
Vrouwen | 18,1 |
18-19 | 20,2 |
20-24 | 30,9 |
25-29 | 30,2 |
30-39 | 26,0 |
40-49 | 23,4 |
50-64 | 22,0 |
65-74 | 14,1 |
75+ | 7,7 |
Deze cijfers zijn ook onderdeel van |
---|
Ruim een vijfde van de volwassen Nederlanders rookt
Van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder rookt in 2019 ruim een vijfde (21,7%). Een roker is iemand die aangeeft dat hij of zij (weleens) rookt. Van de volwassen bevolking rookt 15,9% dagelijks (niet in grafiek). Er roken meer mannen dan vrouwen. Ook het percentage dat dagelijks rookt is onder mannen hoger dan onder vrouwen; 18,3% van de mannen en 13,6% van de vrouwen. Van de totale volwassen bevolking kan 3,0% bestempeld worden als 'zware roker'. Een zware roker is iemand die gemiddeld twintig of meer sigaretten of shagjes per dag rookt.
Meer informatie
Datum publicatie
Roken naar leeftijd en geslacht
Rokers naar leeftijd en geslacht 2019
Leeftijd (jaar) | Mannen | Vrouwen | |
---|---|---|---|
Rokers | 18-29 | 33,4 | 24,5 |
Rokers | 30-49 | 30,0 | 19,3 |
Rokers | 50-64 | 25,1 | 18,9 |
Rokers | 65+ | 12,0 | 11,1 |
Dagelijkse rokers | 18-29 | 20,4 | 12,6 |
Dagelijkse rokers | 30-49 | 21,3 | 14,9 |
Dagelijkse rokers | 50-64 | 19,9 | 16,3 |
Dagelijkse rokers | 65+ | 10,3 | 9,8 |
In alle leeftijdscategorieën roken meer mannen dan vrouwen
Het percentage rokers onder mannen is hoger dan onder vrouwen en dat geldt voor alle leeftijdscategorieën en voor zowel (weleens) roken als voor dagelijks roken. Alleen bij 65-plussers zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen minimaal.
Meer informatie
Datum publicatie
Roken naar opleiding
Roken naar geslacht, leeftijd en opleiding 2018
Laag | Middelbaar | Hoog | Totaal | ||
---|---|---|---|---|---|
Mannen | 25-44 | 54,9 | 36,4 | 16,5 | 31,1 |
Mannen | 45-64 | 35,0 | 27,4 | 17,6 | 26,4 |
Mannen | 65+ | 18,9 | 14,0 | 10,2 | 14,4 |
Vrouwen | 25-44 | 39,9 | 25,7 | 12,5 | 21,0 |
Vrouwen | 45-64 | 29,1 | 20,9 | 14,2 | 21,2 |
Vrouwen | 65+ | 10,1 | 12,6 | 7,4 | 10,2 |
- Laag onderwijsniveau = basisonderwijs, vmbo, eerste 3 leerjaren van havo/ vwo of de assistentenopleiding (mbo-1).
- Middelbaar onderwijsniveau = bovenbouw van havo/ vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4)
- Hoog onderwijsniveau = hbo of wo
Opleidingsniveau belangrijke factor bij roken
De grafiek presenteert cijfers over 2018 naar opleiding, de verschillen zijn statistisch getoetst. Resultaten van deze toetsing zijn:
- Bij zowel mannen als vrouwen van 25-44 en van 45-64 jaar roken relatief meer laagopgeleiden dan hoogopgeleiden. Van de laagopgeleide 25-44-jarige mannen rookt 54,9%. Dat is meer dan drie keer zoveel als bij hoogopgeleide mannen in dezelfde leeftijdscategorie (16,5%). Ook laagopgeleide vrouwen in deze leeftijdscategorie roken drie keer zoveel als hoogopgeleide vrouwen (39,9% versus 12,5%).
- Laagopgeleiden roken meer dan middelbaaropgeleiden bij zowel mannen als vrouwen van 25-44 jaar en van 45-64 jaar.
- Er roken meer middelbaaropgeleiden dan hoogopgeleiden bij zowel mannen als vrouwen in de twee leeftijdsgroepen onder 65 jaar.
- Er is geen significant verschil in roken naar opleiding bij mannen en vrouwen van 65 jaar en ouder.
Meer informatie
Datum publicatie
Meeroken naar leeftijd
Meeroken naar leeftijd 2018
(Bijna) nooit |
Minder dan 1 uur per dag |
1 uur per dag of meer |
|
---|---|---|---|
0 tot 12 jaar |
95,6 |
3,1 |
1,3 |
12 tot 18 jaar |
80,7 |
13,8 |
5,5 |
18 jaar en ouder |
78,8 |
13,4 |
7,7 |
Dagelijks rookt 7,7% minimaal een uur mee
Meeroken is het inademen van tabaksrook uit de omgeving door niet-rokers, ook wel ‘passief roken’ genoemd. In 2018 rookt in Nederland 7,7% van de volwassenen dagelijks minimaal een uur mee. Daar staat tegenover dat 78,8% (bijna) nooit meerookt met anderen die roken. Het percentage meerokers is veruit het laagst onder jonge kinderen.
Meer informatie
Datum publicatie
Clustering van risicofactoren
Clustering van risicofactoren 2016
Percentage | |
---|---|
Geen risicofactor | 38,3 |
Alleen roken | 9,6 |
Alleen alcohol | 1,9 |
Alleen overgewicht | 36,7 |
Roken en alcohol | 1,7 |
Roken en overgewicht | 8,1 |
Alcohol en overgewicht | 2,5 |
Roken, alcohol en overgewicht | 1,2 |
De prevalenties van 'alleen roken, overmatig drinken en overgewicht' zijn lager dan de reguliere prevalenties van roken, overmatig drinken en overgewicht in VZinfo.
- Roken: wel eens roken
- Overmatig drinken: meer dan 21 glazen alcohol per week drinken (mannen) of meer dan 14 (vrouwen)
- Overgewicht: BMI ≥ 25
Bijna 40% van de volwassenen rookt en drinkt niet en heeft geen overgewicht
Van alle volwassenen boven de 19 jaar, is 38% geen roker, geen overmatige drinker en heeft geen overgewicht. Het percentage dat zowel rookt, als overmatig drinkt en overgewicht heeft, is 1,2%. Vergeleken met de twee andere risicofactoren, is bij volwassenen het percentage met alleen overgewicht het grootst. De combinatie van roken en overgewicht is de meest voorkomende clustering. Deze percentages zijn gebaseerd op zelfrapportage.