Nieuwe infecties van de onderste luchtwegen in huisartsenpraktijk
Nieuwe infecties van de onderste luchtwegen 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 62,2 | 50,1 |
5-9 | 22,1 | 18,9 |
10-14 | 10,3 | 8,3 |
15-19 | 7,8 | 9,4 |
20-24 | 7,5 | 10,2 |
25-29 | 6,8 | 11,7 |
30-34 | 9,2 | 16,5 |
35-39 | 13,8 | 21,0 |
40-44 | 15,5 | 22,1 |
45-49 | 18,4 | 24,2 |
50-54 | 22,0 | 28,0 |
55-59 | 28,8 | 35,8 |
60-64 | 37,2 | 49,7 |
65-69 | 46,5 | 54,9 |
70-74 | 58,2 | 58,6 |
75-79 | 73,2 | 70,2 |
80-84 | 93,8 | 88,3 |
85+ | 144,9 | 131,2 |
- ICPC-codes R78 en R81
542.500 gevallen van infecties van de onderste luchtwegen
In 2019 waren er in totaal 542.500 nieuwe infecties van de onderste luchtwegen: 245.800 bij mannen en 296.800 bij vrouwen (28,5 per 1.000 mannen en 34,0 per 1.000 vrouwen). Als gevolg van afronding komt de som van het aantal nieuwe infecties bij mannen en vrouwen niet precies overeen met totaal aantal nieuwe infecties. Het aantal infecties neemt toe met de leeftijd voor zowel mannen als vrouwen. Ook onder jonge kinderen is het aantal infecties hoger. De cijfers zijn gebaseerd op de Nivel Zorgregistraties eerste lijn. Hierin wordt bij onderste luchtweginfectie niet het aantal patiënten geregistreerd maar het aantal ziekte-episoden op basis van diagnose. Eén patiënt kan meer dan 1 ziekte-episode per jaar hebben. In werkelijkheid ligt het aantal geregistreerde patiënten lager.
Meer informatie
Datum publicatie
Nieuwe gevallen longontsteking in huisartsenpraktijk
Nieuwe gevallen longontsteking 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 21,7 | 19,8 |
5-9 | 9,7 | 9,5 |
10-14 | 4,3 | 3,9 |
15-19 | 3,2 | 3,5 |
20-24 | 3,2 | 4,2 |
25-29 | 2,9 | 4,6 |
30-34 | 4,5 | 7,6 |
35-39 | 6,7 | 8,5 |
40-44 | 7,6 | 8,8 |
45-49 | 8,0 | 9,0 |
50-54 | 9,9 | 10,6 |
55-59 | 13,9 | 14,4 |
60-64 | 18,2 | 21,4 |
65-69 | 24,4 | 24,5 |
70-74 | 32,6 | 27,3 |
75-79 | 41,4 | 33,7 |
80-84 | 57,6 | 44,8 |
85+ | 89,0 | 68,8 |
- ICPC-code R81
Ruim 253.800 nieuwe gevallen van longontsteking
Het aantal nieuwe gevallen van longontsteking bedroeg 253.800 in 2019: 122.200 mannen en 131.700 vrouwen (14,2 per 1.000 mannen en 15,1 per 1.000 vrouwen). Als gevolg van afronding komt de som van het aantal nieuwe gevallen van longontsteking bij mannen en vrouwen niet precies overeen met het totaal aantal nieuwe gevallen van longontsteking. Het aantal nieuwe gevallen neemt toe met de leeftijd voor zowel mannen als vrouwen. Ook onder jonge kinderen is het aantal nieuwe gevallen hoger. De cijfers zijn gebaseerd op de Nivel Zorgregistraties eerste lijn. Hierin wordt bij longontsteking niet het aantal patiënten geregistreerd maar het aantal ziekte-episoden op basis van diagnose. Eén patiënt kan meer dan 1 ziekte-episode per jaar hebben.
Meer informatie
Datum publicatie
Nieuwe gevallen acute bronchi(oli)tis in huisartsenpraktijk
Nieuwe gevallen acute bronchi(oli)tis 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 40,5 | 30,3 |
5-9 | 12,4 | 9,3 |
10-14 | 6,0 | 4,3 |
15-19 | 4,5 | 5,9 |
20-24 | 4,3 | 5,9 |
25-29 | 3,9 | 7,1 |
30-34 | 4,7 | 8,9 |
35-39 | 7,1 | 12,5 |
40-44 | 7,9 | 13,4 |
45-49 | 10,4 | 15,2 |
50-54 | 12,1 | 17,4 |
55-59 | 14,9 | 21,4 |
60-64 | 19,0 | 28,4 |
65-69 | 22,1 | 30,4 |
70-74 | 25,6 | 31,3 |
75-79 | 31,8 | 36,5 |
80-84 | 36,2 | 43,6 |
85+ | 55,9 | 62,4 |
- ICPC-code R78
Bijna 300.000 nieuwe gevallen van acute bronchi(oli)tis
In 2019 waren er 288.700 nieuwe gevallen van acute bronchitis en bronchiolitis: 123.600 bij mannen en 165.100 bij vrouwen (14,3 per 1.000 mannen en 18,9 per 1.000 vrouwen). Acute bronchi(oli)tis komt veel voor bij kinderen (vooral bij jongens) onder de 4 jaar en eveneens bij ouderen. De cijfers zijn gebaseerd op de Nivel Zorgregistraties eerste lijn. In de huisartsenregistraties worden bronchitis en bronchiolitis niet afzonderlijk geregistreerd. Ook wordt bij acute bronchi(oli)tis niet het aantal patiënten geregistreerd maar het aantal ziekte-episoden op basis van diagnose. Eén patiënt kan meer dan 1 ziekte-episode per jaar hebben.
Meer informatie
Datum publicatie
Prevalentie infecties onderste luchtwegen in huisartsenpraktijk naar opleiding
Jaarprevalentie infecties onderste luchtwegen naar opleiding 2018
Laag | Middelbaar | Hoog | |
---|---|---|---|
Toaal | 27,2 | 19,4 | 13,7 |
Mannen | 20,3 | 15,1 | 11,4 |
Vrouwen | 34,4 | 24 | 15,6 |
25-34 | 16,6 | 13,3 | 7,5 |
35-44 | 25,9 | 21,2 | 16,2 |
45-54 | 36,5 | 26,4 | 17,7 |
- ICPC-codes R78, R81
- Laag opleidingsniveau = basisonderwijs, vmbo, eerste 3 leerjaren van havo/ vwo of de assistentenopleiding (mbo-1)
- Middelbaar opleidingsniveau = bovenbouw van havo/ vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4)
- Hoog opleidingsniveau = hbo of wo
Laagopgeleiden hebben vaker infecties onderste luchtwegen
De grafiek geeft over 2018 de jaarprevalentie van infecties van de onderste luchtwegen naar opleiding in de registratie van huisartsen weer. In deze registratie komen infecties van de onderste luchtwegen in alle leeftijdsgroepen en zowel bij mannen als bij vrouwen relatief meer voor bij laagopgeleiden dan bij hoogopgeleiden. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2018 bekend waren bij de huisarts met een infectie van de onderste luchtwegen. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2018 contact te hebben gehad met de huisarts voor een infectie van de onderste luchtwegen.
Meer informatie
Datum publicatie
Incidentie legionellapneumonie naar leeftijd
Patiënten met legionellapneumonie met eerste ziektedag en incidentie, 2013
Leeftijd | Mannen | Vrouwen | Incidentie (m) | Incidentie (v) |
---|---|---|---|---|
0-19 | 0 | 0 | 0,0 | 0,0 |
20-29 | 0 | 2 | 0,0 | 0,2 |
30-39 | 6 | 2 | 0,6 | 0,2 |
40-49 | 20 | 19 | 1,6 | 1,5 |
50-59 | 54 | 18 | 4,6 | 1,5 |
60-69 | 62 | 33 | 6,2 | 3,3 |
70-79 | 39 | 24 | 7,1 | 3,8 |
80+ | 22 | 7 | 8,9 | 1,5 |
Bron: Osiris (RIVM)
- Incidentie zijn meldingen per 100.000 personen
Jaarlijks rond 300 gevallen van Legionellapneumonie gemeld
Het aantal meldingen van legionellapneumonie met een eerste ziektedag in 2013 was met 308 patiënten vergelijkbaar met voorgaande jaren. Zoals gebruikelijk werden in de zomerperiode de meeste patiënten gemeld. Vooral in augustus en september waren er veel meldingen, terwijl het aantal meldingen in juli relatief laag was. De landelijke incidentie van (in Nederland of in het buitenland opgelopen) legionellose was 1,8 per 100.000 personen per jaar. Evenals andere jaren was de incidentie bij mannen (2,4 patiënten per 100.000) circa twee keer hoger dan bij vrouwen (1,2 per 100.000). Bij mannen van 80 jaar en ouder was de incidentie het hoogst (8,9 per 100.000), terwijl de incidentie bij vrouwen van 80 jaar en ouder (1,5 per 100.000) juist opmerkelijk laag was ten opzichte van de landelijke incidentie (Teirlinck et al., 2014).
Legionellapneumonie is een meldingsplichtige ziekte
Artsen melden gevallen van legionellapneumonie aan de GGD, die de meldingen anoniem doorgeeft aan het RIVM. De gemelde gevallen zijn een onderschatting van het werkelijk aantal gevallen, omdat artsen niet bij alle gevallen van longontsteking uitgebreid diagnostiek inzetten en er gevallen van legionellapneumonie gemist worden. Ook kan de verwekker van de longontsteking niet altijd achterhaald worden.
Bronnen en literatuur
Literatuur
- Jaarrapportage Surveillance Respiratoire Infectieziekten 2013. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM); 2014. Bron