Oorzaken hart- en vaatziekten
Veel verschillende hart- en vaatziekten
'Hart- en vaatziekten' is een verzamelnaam voor een groot aantal aandoeningen van het hart en de bloedvaten. De aandoeningen zijn als volgt in te delen:
- coronaire hartziekten, waaronder angina pectoris, acuut myocardinfarct (hartinfarct) en andere/chronische ischemische hartziekten
- cerebrovasculaire aandoeningen, zoals herseninfarct, hersenbloeding, TIA
- hartfalen (decompensatio cordis)
- hartritmestoornissen
- aandoeningen van het endocard, waaronder klepafwijkingen ten gevolge van een infectie, acuut reuma of andere oorzaken zoals atherosclerose
De eerste twee groepen vormen samen meer dan de helft van het totaal aantal gevallen van hart- en vaatziekten.
- Coronaire hartziekten ontstaan door atherosclerose (slagaderverkalking). Bij atherosclerose vormen zich verdikkingen (zogenaamde plaques) in de wand van de kransslagaderen. Deze kunnen leiden tot een proces waardoor het bloedvat gedeeltelijk of volledig afgesloten raakt. Hierdoor ontstaat zuurstoftekort in het hart achter de afsluiting. Dat is een hartinfarct. Bron: CVRM
- Cerebrovasculaire aandoeningen ontstaan door gehele of gedeeltelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen, meestal ten gevolge van atherosclerose. Ook kan er een bloeding ontstaan, waardoor hersenweefsel in de verdrukking komt. Zowel een herseninfarct als een hersenbloeding veroorzaken een langdurig zuurstofgebrek van hersenweefsel, waardoor hersenweefsel afsterft en uitvalsverschijnselen ontstaan.
- Bij een TIA (transient ischaemic attack) zijn de uitvalsverschijnselen van voorbijgaande aard doordat het zuurstofgebrek maar kort duurt.
- Bij hartfalen (decompensatio cordis) is de hartspier beschadigd waardoor het hart het bloed minder goed rondpompt. Hartfalen kan ontstaan door een hartinfarct of langdurend bestaande hoge bloeddruk. Ook hartklepafwijkingen, hartritmestoornissen en ziekten van de hartspier zelf (cardiomyopathieën) kunnen tot hartfalen leiden.
- Bij een hartritmestoornis kan door een gestoorde prikkelgeleiding het ritme van het hart te snel (tachycardie), te langzaam (bradycardie) en/of onregelmatig zijn waardoor het hart minder efficiënt werkt. Er zijn verschillende vormen. Ritmestoornissen in de hartboezem komen veel voor en zijn hinderlijk maar meestal onschuldig. In de aanwezigheid van een hartziekte zijn ritmestoornissen in de hartkamer ernstiger. Bij afwijkingen in het prikkelgeleidingssysteem zijn er problemen bij het ontstaan of doorgeven van de elektrische prikkel die nodig is om het hart goed te laten samentrekken in het goede ritme.
- Hartritmestoornissen komen vaker voor bij ouderen door achteruitgang van de prikkelgeleiding of werking van de sinusknoop, waar de prikkels onder normale omstandigheden ontstaan. Andere oorzaken van hartritmestoornissen zijn: hartfalen, hartklepafwijkingen, hartinfarct, een te snel of te langzaam werkende schildklier, hoge bloeddruk, slaapapneu of een erfelijke aandoening (zie erfelijkheid en hart- en vaatziekten). Soms is er geen directe oorzaak te vinden.
- Niet-aangeboren aandoeningen van het endocard (waaronder klepafwijkingen en endocarditis) ontstaan meestal door ouderdom en soms door infecties. Bij ouderen kunnen de hartkleppen verkalken waardoor de soepelheid afneemt. De opening kan steeds nauwer worden waardoor het hart tegen een weerstand moet oppompen. Dit kan leiden tot hartfalen. Door acuut reuma kunnen hartkleppen misvormen waardoor hun werking afneemt. Ook door cardiomyopathie (ziekte aan de hartspier) of een hartinfarct kan het hart zo ernstig beschadigd raken of zo groot worden dat de hartkleppen minder goed sluiten.
- Endocarditis, een aandoening waarbij een bacteriële infectie zich in het hart ‘nestelt’, komt vooral voor bij mensen met een aangeboren hartafwijking. Deze ernstige aandoening kan alleen met hoge doses antibiotica en/of een hartoperatie genezen.
Meer informatie
- Website van de Hartstichting
- Hartwijzer: patiënteninformatie van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC)
- NHG, NIV, NVvC. Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair risicomanagement (CVRM). Derde herziening. Nederlands Huisartsen Genootschap, de Nederlandse Internisten Vereniging en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie, Utrecht 2018.
Datum publicatie
Risicofactoren voor hart- en vaatziekten
Risicofactoren voor het optreden van hart- en vaatziekten
Persoonsgebonden factoren |
Risico op HVZ is hoger bij |
---|---|
Leeftijd | Toenemende leeftijd |
Geslacht |
|
Familieanamnese |
|
Cholesterol |
|
Bloeddruk | Hoge (systolische) bloeddruk |
Lichaamsgewicht |
|
Leefstijlfactoren |
Risico op HVZ is hoger bij |
het eten van weinig groente en fruit, volkoren graanproducten en peulvruchten, en een hoge consumptie van rood en bewerkt vlees, suikerhoudende frisdranken, zout (natrium), verzadigde vetzuren en transvetzuren |
|
|
|
Lichamelijke activiteit |
|
alcoholconsumptie > 1 glas per dag | |
Drugs |
Met name het gebruik van cocaïne dat de bloeddruk kan verhogen. |
Psychosociale factoren |
Lagere sociaal-economische status, sociale isolatie, gebrek aan sociale steun, chronische stress, depressie en angst. Deze factoren hebben een negatieve invloed op de leefstijl van patiënten, hun cardiovasculaire risico en de prognose bij HVZ. |
Aandoeningen |
Relatie met HVZ |
Langdurig bestaande diabetes (geldt zowel voor type 1 als 2) verhoogt risico op HVZ, vooral bij slecht ingestelde bloedsuikerwaarden. | |
Verhoogt het risico op hartfalen en cardiale embolie met beroerte tot gevolg. | |
Verhoogt het risico op HVZ, onafhankelijk van de gezamenlijke risicofactoren zoals roken. | |
Chronische nierschade |
Risico op HVZ neemt toe bij een verminderde filtratie door de nieren. |
Patiënten die zijn behandeld voor kanker (zowel chemo- als radiotherapie) |
Sommige vormen van chemotherapie hebben ongunstige effecten op de bloedvaten, kunnen atherosclerose versnellen, hypertensie veroorzaken en hartfunctie verslechteren. |
Auto-immuunziekten | Ernstige en systemische ontstekingen kunnen de bloedvaten beschadigen en leiden tot HVZ. Ook kunnen ze de invloed van bestaande risicofactoren op HVZ versterken. Een voorbeeld is reumatoïde artritis. |
Inflammatory bowel disease (IBD): ziekte van Crohn en colitis ulcerosa | Verhoogt het risico op HVZ. |
Obstructief slaapapneu | Verhoogt ziekte en sterfte door HVZ. |
Jicht | Verhoogt mogelijk het risico op HVZ. |
Hiv | Chronische systemische ontstekingen bij patiënten met een hiv-infectie verhogen het risico op HVZ, onafhankelijk van klassieke risicofactoren. |
Alleen bij vrouwen:
|
|
Risico op hart- en vaatziekten beïnvloed door leeftijd en geslacht
Hart- en vaatziekten komen vaker voor bij mannen dan bij vrouwen en vaker bij ouderen dan bij jongeren. Bij vrouwen ontstaan hart- en vaatziekten vaak op hogere leeftijd dan bij mannen.
Leefstijlfactoren spelen belangrijke rol
Leefstijlfactoren, zoals ongezonde voeding, roken en weinig bewegen, vergroten het risico op hart- en vaatziekten. Soms rechtstreeks, maar vaak door het versterken van andere risicofactoren, zoals een te hoog cholesterolgehalte in het bloed, een hoge bloeddruk, overgewicht (Body Mass index (BMI) ≥ 25 kg/m2) of aandoeningen als COPD en diabetes mellitus. Hoe meer risicofactoren en hoe sterker die aanwezig zijn, hoe groter het risico op hart- en vaatziekten.
Meer informatie
- Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair risicomanagement (CVRM). Derde herziening (2018). Nederlands Huisartsen Genootschap, de Nederlandse Internisten Vereniging en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
- Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2015. Den Haag: Gezondheidsraad, 2015
- Stichting Voedingscentrum: Richtlijnen Schijf van vijf 2019
- Gezondheidsraad: Advies Beweegrichtlijnen 2017
- Website: Hartstichting
- Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen (2010). Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) en de Nederlandsche Internisten Vereeniging (NIV)
- Nederlands Huisartsen Genootschap, NHG-Standaard Beroerte, 2018
- Website: Thuisarts.nl (Nederlands Huisartsen Genootschap)
Datum publicatie
Erfelijkheid en hart- en vaatziekten
Erfelijke factoren kunnen rol spelen bij ontstaan van hart- en vaatziekten
Afwijkingen in het DNA (genmutaties) kunnen stoornissen in de aanmaak van eiwitten veroorzaken waardoor lichaamscellen bepaalde functies niet goed kunnen uitvoeren.
Een paar voorbeelden:
- Atherosclerose komt in de ene familie meer voor dan in de andere. Dit kan komen door familiaire hypercholesterolemie maar ook door andere genetische afwijkingen. De onderliggende mechanismen zijn nog niet helemaal duidelijk.
- Bij familiaire hypercholesterolemie is er sprake van een afwijking in een gen dat betrokken is bij het cholesterol- en lipidenmetabolisme. Hierdoor is de cholesterolconcentratie (LDL-cholesterol) in het bloed sterk verhoogd en is er een grote kans op atherosclerose en daardoor een hartinfarct of beroerte. Hier leest u meer over familiaire hypercholesterolemie.
- Bij cardiomyopathieën (hartspierziekten) kunnen genmutaties een rol spelen. Bij sommige cardiomyopathieën is de hartspier verdikt, bij andere is het hart sterk vergroot. Bij de meeste van deze ziekten kan hartfalen ontstaan.
- Sommige vormen van hartritmestoornissen, zoals het syndroom van Brugada, ontstaan doordat eiwitten die betrokken zijn bij de prikkelgeleiding verstoord zijn.
- Ook erfelijke afwijkingen in de bloedstolling (trombose) kunnen leiden tot hart- en vaatziekten.
Meer informatie
Datum publicatie
Gevolgen hart- en vaatziekten
Gevolgen hangen af van aandoening
Wanneer bloedvaten dichtslibben door atherosclerose ontstaat zuurstoftekort in het weefsel achter de afsluiting, waardoor dit afsterft. De locatie van de afsluiting bepaalt de gevolgen: een hartinfarct, herseninfarct of TIA. Soms zijn de gevolgen tijdelijk of is de impact van de afsluiting en afsterving van het achterliggende weefsel gering. Maar er kunnen ook blijvende en ernstige gevolgen zijn. Een herseninfarct kan leiden tot uitvalsverschijnselen en invaliditeit. Een hartinfarct waarbij de hartspier beschadigd is, kan leiden tot hartfalen of hartritmestoornissen. Door de verminderde pompfunctie bij hartfalen kan het hart het lichaam op den duur niet meer van voldoende zuurstof voorzien. Door het vasthouden van vocht en vocht in de longen kan de patiënt ernstig benauwd worden.
Hartfalen en ernstige ritmestoornissen vergroten kans op voortijdige sterfte
Hartfalen vergroot de kans op voortijdige sterfte. Bij ernstige ritmestoornissen in de hartkamer kan de pompfunctie van het hart volledig wegvallen waardoor de patiënt overlijdt. De pompfunctie van het hart raakt ook verstoord bij ernstige hartklepafwijkingen. Bij een niet goed sluitende hartklep stroomt bij elke samentrekking van het hart een deel van het bloed terug in het hart. Bij een vernauwde hartklep moet het hart tegen de weerstand van de klep oppompen waardoor het hart overbelast raakt. Ook hierdoor kan uiteindelijk hartfalen ontstaan.