Internationale vergelijking fijn stof
De jaargemiddelde concentratie fijn stof internationaal 2015
2015 | |
---|---|
Bulgarije | 36,2 |
Cyprus | 35,2 |
Polen | 33,1 |
Kroatië | 32,5 |
Italië | 30,7 |
Roemenië | 27,7 |
Slovenië | 27,4 |
Hongarije | 26,9 |
Griekenland | 26,5 |
Tsjechië | 24,3 |
Slowakije | 23,9 |
Spanje | 23,6 |
EU28 | 22,8 |
Litouwen | 21,7 |
Luxemburg | 21,4 |
België | 21,0 |
Frankrijk | 20,4 |
Oostenrijk | 20,2 |
Portugal | 20,2 |
Letland | 19,9 |
NEDERLAND | 19,7 |
Duitsland | 18,8 |
Denemarken | 18,3 |
Zwitserland | 17,4 |
Verenigd Koninkrijk | 16,4 |
Noorwegen | 13,9 |
Ierland | 13,1 |
Estland | 13,0 |
Zweden | 12,2 |
Finland | 11,3 |
Bron: Eurostat, 2018
- Geen gegevens voor Malta
- Gecorrigeerd voor bevolkingsdichtheid (populatiegewogen)
Concentratie fijn stof in Nederland gemiddeld
In vergelijking met andere landen in de Europese Unie (EU) behoren de jaargemiddelde PM10 (fijn stof) concentraties in Nederland tot de brede middenmoot (Eurostat, 2018). De jaargemiddelden zijn het hoogst in Zuid- en Oost-Europese landen en het laagst in Noord-Europese landen. De concentraties fijn stof zijn vooral hoog in gebieden van Europa met een droog of continentaal klimaat. Fijn stof is in een nat zeeklimaat minder vaak een probleem, omdat het fijn stof daar door neerslag uit de lucht verdwijnt (EEA, 2004). Door verschillen in (onder meer) gebruikte methoden moeten de verschillen tussen landen voorzichtig worden geïnterpreteerd (Eurostat, 2017).
Meer informatie
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Internationale vergelijking ozon
De jaargemiddelde concentratie ozon internationaal 2014
Land | 2014 |
---|---|
Griekenland | 7201 |
Italië | 5464 |
Slowakije | 5020 |
Spanje | 4850 |
Slovenië | 3812 |
Oostenrijk | 3758 |
Frankrijk | 3573 |
Tsjechië | 3407 |
EU | 3243 |
Hongarije | 3234 |
Duitsland | 3074 |
Polen | 3028 |
Portugal | 2947 |
Denemarken | 2766 |
Litouwen | 2674 |
Zweden | 2569 |
Bulgarije | 2146 |
België | 2125 |
NEDERLAND | 2005 |
Estland | 1923 |
Letland | 1765 |
Luxemburg (2013) | 1545 |
Finland | 1473 |
Ierland (2013) | 1386 |
Verenigd Koninkrijk | 1055 |
Roemenië | 495 |
Bron: Eurostat, 2017
- Geen gegevens voor Cyprus, Kroatië en Malta
- Gecorrigeerd voor bevolkingsdichtheid (populatiegewogen)
Ozonconcentraties in Nederland relatief laag
Vergeleken met andere EU-landen zijn de ozonconcentraties in Nederland laag. De voor gezondheidseffecten relevante concentraties van ozon zijn het hoogst in enkele Zuid- en Oost-Europese landen en het laagst in de Noord-Europese (Eurostat, 2017). Hoewel de ozonconcetraties de laatste paar jaar in Nederland stabiliseren, zijn de ozonconcentraties de laatste decennia wel gedaald. Deze daling was in lijn met de daling van de emissies van NOx en koolwaterstoffen in Noordwest-Europa. De ozonconcentraties in Zuid-Europa zijn nu duidelijk hoger dan die in Noordwest-Europa. Door verschillen in (onder meer) gebruikte methoden moeten de verschillen tussen landen voorzichtig worden geïnterpreteerd (Eurostat, 2016).
Meer informatie
Bronnen en literatuur
Bronnen
- zorggegevens.nl , De statistische database van de Europese Unie.
Literatuur
- Eurostat metadata. Urban population exposure to air pollution by ozone (tsdph380). Eurostat; 2016. Bron
Internationale vergelijking drinkwaterkwaliteit
Internationaal grote verschillen in kwaliteit van drinkwater
Internationaal zijn er grote verschillen in de kwaliteit van het drinkwater. Alleen al in Europa hebben 120 miljoen mensen geen toegang tot veilig drinkwater (WHO - water and sanitation) (Engelstalig). Dit treft voornamelijk jonge kinderen in Oost- en Zuidoost-Europa, waar diarree veroorzaakt door de consumptie van onveilig drinkwater tot hogere sterftecijfers leidt.
Meer informatie
Internationale vergelijking zwemwaterkwaliteit
Zwemwaterkwaliteit in Nederland gelijk aan EU-gemiddelde
Het percentage Nederlandse zwemlocaties in kustwateren dat in 2018 voldeed aan de norm is nagenoeg gelijk aan het gemiddelde van de Europese Unie (96,7% versus 97,2%). Voor de Nederlandse zwemlocaties in binnenwateren gold de afgelopen jaren hetzelfde (EEA, 2018; EEA, 2017; EEA, 2016). In 2018 was het EU-gemiddelde van 91,6% echter iets lager dan de 94,9% voor Nederland. Dit komt doordat in 2018 voor relatief veel Europese binnenwateren een beoordeling niet mogelijk was (EEA, 2019).
Meer informatie
- EU Bathing Water Report (Engelstalig)
- Verantwoording internationale vergelijkingen
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Literatuur
- European bathing water quality in 2017. Luxembourg: European Environmental Agency (EEA); 2018. Bron
- European bathing water quality in 2016. Luxembourg: European Environmental Agency (EEA); 2017. Bron
- European bathing water quality in 2015 . European Environmental Agency (EEA); 2016. Bron
- European Bathing Water Quality in 2018. Luxembourg: European Environmental Agency (EEA); 2019. Bron
Internationale vergelijking ioniserende straling
Stralingsbelasting door ioniserende straling in een aantal landen
Stralingsbelasting (mSv) | Nederland 2013 | België 2014 | Duitsland 2009 | Verenigd Koninkrijk 2005 | Verenigde Staten 2006 |
---|---|---|---|---|---|
Kosmisch | 0,24 | 0,34 | 0,3 | 0,33 | 0,31 |
Radon/thoron | 0,65 | 2 | 1,1 | 1,3 | 2,29 |
Medisch | 1,00 | 2,66 | 1,9 | 0,41 | 2,98 |
Voedsel | 0,30 | 0,3 | 0,25 | 0,31 | |
Bouwmaterialen en bodem | 0,39 | 0,4 | 0,4 | 0,35 | 0,19 |
Overig | 0,03 | 0,12 | 0,1 | 0,01 | 0,12 |
Totaal | 2,61 | 5,52 | 4,1 | 2,7 | 6,2 |
Bronnen: RIVM, 2016; FANC, 2015; BfS, 2008; HPA, 2005; NCRP, 2009
Relatief lage belasting door ioniserende straling in Nederland
De stralingsbelasting door ioniserende straling is in Nederland laag in vergelijking met het buitenland. De blootstelling aan ioniserende straling door medisch diagnostische stralingstoepassingen is in de afgelopen jaren fors toegenomen, maar is in Nederland minder hoog dan in veel van de ons omringende landen (RIVM, 2016; UNSCEAR, 2010). Ook heeft Nederland door een gunstige bodemstructuur een lage gemiddelde radonconcentratie in woningen. In ons omringende landen zijn radonconcentraties vaak veel hoger omdat er rotsachtige bodems zijn waaruit veel radon vrijkomt in woningen (RIVM, 2016; UNSCEAR, 2010, EEA, 2013).
Meer informatie
Bronnen en literatuur
Literatuur
- Stralingsbelasting in Nederland: Aandeel per stralingsbron. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM); 2016. Bron
- Sources of ionizing radiation. Vienna: UNSCEAR; 2010. Bron
- Environment and human health. Copenhagen: European Environment Agency; 2013. Bron
- Gemiddelde blootstelling aan ioniserende stralingen in België. Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle; 2015. Bron
- Strahlung und Strahlenschutz. Bundesamt für Strahlenschutz; 2008. Bron
- HPA-RPD-001: ionising radiation exposure of the UK population: 2005 review. Health Protection Agency; 2005. Bron
- Report No. 160 - Ionizing Radiation Exposure of the Population of the United States (2009). Bethesda, MD: National Council on Radiation Protection and Measurements; 2009. Bron
Internationale vergelijking UV-straling

Noord-zuid gradiënt in sterkte UV-straling
Vanwege de invloed van de zonnehoogte is er een sterke noord-zuid gradiënt in de sterkte van de UV-straling van de zon (RIVM-website: UV uit Satellietwaarnemingen). Zo is de jaardosis van een op een horizontaal vlak ontvangen hoeveelheid UV-straling in het noorden van Scandinavië een factor twee lager dan in Nederland. De jaardosis is in het uiterste zuiden van Europa juist een factor twee hoger (RIVM-website: ultraviolette straling). In het zuiden van Europa kan de zonkracht (maat voor de intensieteit van de zonnestraling) zomers rond de hoogste zonnestand de 10 overschrijden. In Nederland bereikt de zonkracht in de zomer de maximale waarde van ongeveer 7, met een enkele uitschieter tot 8. Variaties van jaar tot jaar en van dag tot dag komen door variaties in de dikte van de ozonkolom en de hoeveelheid bewolking.
UV-straling in Europa neemt toe
De UV-straling is de afgelopen 24 jaar in Europa toegenomen. De toename varieert van 10-11% in noordwest Europa tot minder dan 5% in Scandinavië en rond de Middellandse Zee. In de jaren negentig van de vorige eeuw bevond Nederland zich, net als in 2006, ook regelmatig in het gebied met de grootste relatieve UV-toename van Europa. De belangrijkste oorzaak van de toename van de UV-straling, is de verdunning van de ozonlaag als gevolg van de uitstoot van CFK's. De ozonlaag beschermt de aarde tegen te hoge UV-instraling afkomstig van de zon (Compendium voor de Leefomgeving: UV-straling in Europa).
Meer informatie
Internationale vergelijking elektromagnetische velden
Europese landen gaan verschillend om met blootstellingslimieten
Uit een Eurobarometer-enquête uit 2007 en 2010 blijkt dat er verschillen zijn tussen de lidstaten in de manier waarop men denkt over de mogelijke gezondheidseffecten van elektromagnetische velden (TNS Opinion & Social, 2007 en TNS Opinion & Social, 2010). Ook zijn er verschillen tussen de lidstaten in de wijze waarop wordt omgegaan met de aanbevolen blootstellingslimieten. Er wordt op ruwweg drie verschillende manieren mee omgegaan. In de eerste groep lidstaten is de aanbeveling omgezet in bindende nationale wetgeving en moeten de in de Europese aanbeveling genoemde blootstellingslimieten worden toegepast. In de tweede groep lidstaten is het op de Europese aanbeveling gebaseerde nationale advies niet bindend of is er geen regelgeving. In de derde groep lidstaten gelden op basis van het voorzorgsprincipe of vanwege publieke druk strengere blootstellingslimieten: de gekozen waarden zijn soms gebaseerd op het principe "zo laag als redelijkerwijs mogelijk, zonder de dienstverlening in gevaar te brengen" (Stam, 2011).