Prevalentie epilepsie in huisartsenpraktijk
Zorgprevalentie epilepsie 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 2,3 | 1,6 |
5-9 | 2,9 | 2,3 |
10-14 | 3,3 | 3,3 |
15-19 | 3,5 | 3,4 |
20-24 | 3,4 | 3,8 |
25-29 | 3,5 | 3,3 |
30-34 | 3,4 | 3,5 |
35-39 | 2,9 | 3,0 |
40-44 | 2,5 | 3,1 |
45-49 | 3,6 | 2,7 |
50-54 | 3,4 | 3,4 |
55-59 | 3,9 | 3,5 |
60-64 | 4,2 | 3,9 |
65-69 | 4,8 | 4,1 |
70-74 | 4,8 | 3,6 |
75-79 | 6,0 | 4,1 |
80-84 | 6,7 | 3,6 |
85+ | 4,4 | 2,9 |
- ICPC-code N88
60.500 mensen met epilepsie
In 2019 waren er naar schatting 60.500 personen met epilepsie die voor deze klacht zorg hebben gehad van de huisarts of waarvan de huisarts wist dat de patiënt zorg ontving in de tweede lijn (zorgprevalentie): 31.700 mannen en 28.800 vrouwen. Dit komt overeen met 3,7 per 1.000 mannen en 3,3 per 1.000 vrouwen. Mannen van 65 jaar en ouder komen relatief vaak op consult bij de huisarts voor epilepsie.
Epilepsie als chronische aandoening
Voor epilepsie wordt hier de zorgprevalentie gepresenteerd. Volgens de algemeen gehanteerde methode waarmee morbiditeit geschat wordt op basis van huisartsenregistraties, is epilepsie een chronische aandoening (als je de ziekte eenmaal hebt, dan blijf je altijd patiënt). Via deze methode wordt de jaarprevalentie geschat op ruim 200.400 personen in 2019. Dit zijn alle personen die bij de huisarts bekend zijn met epilepsie, ongeacht of ze daarvoor in 2019 zijn behandeld. Hierbij worden in principe alle kinderen die als kind epilepsie hebben gehad blijvend als patiënt gezien. Dit is niet altijd terecht; een deel van deze kinderen groeit er overheen. Daarnaast is het mogelijk dat personen die lang geleden voor epilepsie zijn behandeld, nu niet meer als epilepsiepatiënt bij de huisarts geregistreerd staan.
Meer informatie
Datum publicatie
Nieuwe gevallen epilepsie in huisartsenpraktijk
Nieuwe gevallen epilepsie 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 1,0 | 1,0 |
5-9 | 0,7 | 0,6 |
10-14 | 0,8 | 0,5 |
15-19 | 0,7 | 0,5 |
20-24 | 0,6 | 0,5 |
25-29 | 0,6 | 0,6 |
30-34 | 0,5 | 0,4 |
35-39 | 0,2 | 0,6 |
40-44 | 0,3 | 0,5 |
45-49 | 0,4 | 0,3 |
50-54 | 0,4 | 0,5 |
55-59 | 0,7 | 0,6 |
60-64 | 0,5 | 0,5 |
65-69 | 1,0 | 0,5 |
70-74 | 1,0 | 0,7 |
75-79 | 1,5 | 1,0 |
80-84 | 1,7 | 1,2 |
85+ | 1,5 | 1,1 |
- ICPC-1-code N88
11.000 nieuwe epilepsiepatiënten in 2019
In 2019 zijn naar schatting 11.000 nieuwe patiënten bij de huisarts geregistreerd met de diagnose epilepsie. Het betrof 5.800 mannen en 5.200 vrouwen (0,7 per 1.000 mannen en 0,6 per 1.000 vrouwen). Het aantal nieuwe patiënten met epilepsie neemt vanaf jonge leeftijd tot middelbare leeftijd af, om vervolgens weer toe te nemen. Het aantal nieuwe patiënten neemt vooral bij mannen toe op hogere leeftijd (65 jaar en ouder).