Aantal werkzame huisartsen
Aantal werkzame huisartsen 2019
Beroepsbeoefenaren |
Aantal op 1 januari |
---|---|
Huisartsen: Totaal |
12.766 |
Dit cijfer is ook onderdeel van |
---|
In Nederland zijn 12.766 huisartsen werkzaam
Op 1 januari 2019 werkten er in Nederland in totaal 12.766 huisartsen in een vaste praktijk. Het betreft zelfstandig gevestigde huisartsen, HIDHA's en 2.524 wisselende waarnemers. Wisselende waarnemers werken voornamelijk voor korte periodes in praktijken (Batenburg et al., 2019).
Meer vrouwelijke huisartsen
Op 1 januari 2019 is meer dan de helft (58%) huisartsen vrouw (Batenburg et al., 2019). Vrouwen werken gemiddeld minder dan mannen. In 2018 werkten vrouwen gemiddeld 0,71 FTE, voor mannen was dat 0,79 FTE (Versteeg et al., 2018).
Meer informatie
- Bronverantwoording
- Achterliggende cijfers: Databank Nivel
- Het aantal werkzame huisartsen geeft een indicatie van het aanbod van eerstelijnszorg (zie Operationalisatie aanbod eerstelijnszorg).
Aantal instellingen waar huisartsen werken
Huisartsenpraktijk naar praktijkvorm 2016
Praktijkvorm | Percentage |
---|---|
Solopraktijk | 35 |
Duopraktijk | 43 |
Groepspraktijk | 22 |
Cijfers over het aantal huisartsenpraktijken naar praktijkvorm zijn nog niet voor 2019 beschikbaar
Nederland telt ruim 5.000 huisartsenpraktijken
Op 1 januari 2016 waren er in Nederland 5.028 huisartsenpraktijken. Hiervan is 35% een solopraktijk, 43% een duopraktijk (praktijk met twee huisartsen) en 22% een groepspraktijk (drie of meer huisartsen). Vrouwen kiezen veel minder vaak voor een solopraktijk dan mannen. In 2016 is bijna 40% van de mannelijke huisartsen werkzaam in een solopraktijk en 29% van de vrouwelijke huisartsen (Velden et al., 2017).
Meer informatie
- Bronverantwoording
- Achterliggende cijfers: Databank Nivel
- Het aantal instellingen waar huisartsen werken geeft een indicatie van het aanbod van eerstelijnszorg (zie Operationalisatie aanbod eerstelijnszorg).
- Verandering praktijkdefinitie in de NIVEL-registratie: De registratie van huisartsen hanteert vanaf 1 januari 2012 een bijgestelde praktijkdefinitie.
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Bronnen
- zorggegevens.nl , Huisartsenregistratie.
Literatuur
- Cijfers uit de registratie van huisartsen; peiling 2016. Utrecht: NIVEL; 2017. Bron
Aantal openbare apotheken en apotheekhoudende huisartsen
Aantal openbare apotheken 2021
Aantal |
|
---|---|
Overig zelfstandig |
314 |
Zelfstandig met formule |
1.092 |
Eigendom van keten |
599 |
Totaal |
2.005 |
Ruim 2.000 openbare apotheken
Op 1 januari 2021 waren er in Nederland 2.005 openbare apotheken. Ongeveer 84% van de apotheken is verbonden aan een keten of een formule (SFK, 2021). Het aandeel zelfstandige apothekers is relatief laag, omdat het voor individuele zelfstandige apothekers niet of nauwelijks mogelijk is om afzonderlijk met zorgverzekeraars te onderhandelen (SFK, 2019). In Nederland zijn 4 grote apotheekformules met ieder meer dan tweehonderd aangesloten apotheken. Een apotheekformule bestaat uit een groep apotheken die volgens een bepaald concept zijn ingericht en/of worden gefaciliteerd vanuit een centrale organisatie. Ze zijn (veelal) verbonden aan een groothandel.
In 2017 naar schatting 344 apotheekhoudende huisartsenpraktijken
Op 1 januari 2017 waren er in Nederland naar schatting 344 apotheekhoudende huisartsenpraktijken en 486 huisartsen met een apotheekvergunning (Versteeg & Batenburg, 2019). Huisartsen kunnen een apotheekvergunning aanvragen wanneer de dichtstbijzijnde apotheker verder dan 4,5 km van de eerste potentiële patiënt van de arts is gevestigd (van Hassel et al., 2016).
Meer informatie
- Bronverantwoording
- Stichting Farmceutische Kengetallen: Jaaroverzicht Data en Feiten
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Literatuur
- Data en feiten 2019 . Het jaar 2018 in cijfers. Den Haag: Stichting Farmaceutische Kengetallen; 2019. Bron
- Cijfers uit de registratie van huisartsen. Peiling 2017. Utrecht: NIVEL; 2019. Bron
- Cijfers uit de registratie van huisartsen, peiling 2015. Utrecht: Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL); 2016. Bron
Aantal werkzame tandartsen
Aantal werkzame tandartsen in de zorgsector 2018
Werkzaam in de zorg |
Mannen |
Vrouwen | Totaal |
---|---|---|---|
Tandartsen |
4.460 |
3.420 |
7.880 |
Orthodontisten |
150 |
120 |
270 |
Kaakchirurgen |
200 |
55 |
250 |
Totaal |
4.810 |
3.595 |
8.400 |
Bron: BIG-register op CBS Statline
Dit cijfer is ook onderdeel van |
---|
Nederland telt 8.400 werkzame tandartsen
Op 1 januari 2018 werkten er 8.400 tandartsen in de zorgsector; 7.880 tandartsen en 520 tandheelkundig specialisten (orthodontisten en tandartsen met specialisatie mondziekten en kaakchirurgie).
Bijna 3.570 mondhygiënisten
In de eerstelijns mondzorg zijn ook mondhygiënisten werkzaam. De mondhygiënist richt zich op de preventieve mondzorg, met name op het voorkomen van aandoeningen. Op 1 januari 2019 waren er 3.569 mondhygiënisten werkzaam in Nederland. Mannen geven aan meer te werken dan vrouwen (41,7 uur en 0,91 FTE versus 31,6 en 0,76 FTE). De werkweek-lengte en aanstellings-omvang neemt af met de leeftijd; de oudere leeftijdsgroepen werken minder FTE en uren dan de jongere (NIVEL, 2019).
Meer informatie
- Achterliggende cijfers op CBS-Statline.
- Het aantal werkzame tandartsen en mondhygiënisten geeft een indicatie van het aanbod van eerstelijnszorg (zie Operationalisatie aanbod eerstelijnszorg).
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Literatuur
- Het aanbod aan tandartsen en mondhygiënisten in Nederland; Een enquête-onderzoek ten behoeve van de raming Eerstelijns Mondzorg 2019 van het Capaciteitsorgaan. Utrecht: NIVEL; 2019. Bron
Aantal tandartspraktijken
Aantal tandartspraktijken 2020 (3de kwartaal)
Type zorginstelling |
Aantal |
---|---|
Tandartspraktijken |
9.355 |
Praktijken van tandheelkundig specialisten |
715 |
Totaal praktijken van tandheelkundigen |
10.070 |
Bron: CBS Bedrijvenregister
Voorlopige cijfers
Nederland telt ruim 9.350 tandartspraktijken
Het exact aantal tandartspraktijken in Nederland is niet bekend. Op basis van het CBS-bedrijven register zijn er in 2020 9.355 tandartspraktijken en 715 praktijken van tandheelkundig specialisten. Dit is inclusief solopraktijken en praktijken binnen organisaties met meer dan 100 werkzame personen.
Meer informatie
- Bronverantwoording
- Achterliggende cijfers op CBS-StatLine
- Het aantal tandartspraktijken geeft een indicatie van aanbod van eerstelijnszorg (zie Operationalisatie aanbod eerstelijnszorg).
Datum publicatie
Aantal werkzame paramedici
Aantal werkzame paramedici
Beroepsbeoefenaren |
Aantal |
Peiljaara |
Aantal praktijken |
---|---|---|---|
Fysiotherapeuten |
17.802 |
2011 |
4.770 |
Ergotherapeuten |
3.511 |
2010 |
|
Oefentherapeuten |
1.568 |
2011 |
|
a Peiljaar betekent op 31 december van het beschreven jaar of 1 januari van het volgende jaar.
Fysiotherapeuten vormen grootste groep paramedici
Nederland telde in 2010/2011 17.802 eerstelijnsfysiotherapeuten, 3.511 ergotherapeuten en 1.568 oefentherapeuten. De groep oefentherapeuten bestaat uit 55% oefentherapeuten Cesar en 45% oefentherapeuten Mensedieck. Er waren 4.770 fysiotherapiepraktijken, inclusief praktijken met maar één fysiotherapeut. Naast deze beroepsgroepen, die zich vaak bezighouden met aandoeningen van het bewegingsapparaat, zijn er tal van andere paramedische beroepen, zoals huidtherapeuten, diëtisten, logopedisten, optometristen en podotherapeuten. Hiervan zijn nog geen cijfers opgenomen.
Meer informatie
- Bronverwantwoording
- Achterliggende cijfers: Databank Nivel
- Het aantal werkzame paramedici geeft een indicatie van het aanbod van eerstelijnszorg (zie Operationalisatie aanbod eerstelijnszorg).
Aantal werkzame verloskundigen
Werkzame verloskundigen naar type betrekking 2016
Percentage | |
---|---|
Eigen praktijk (alleen of in maatschap) | 45,5 |
Klinisch werkzaam | 28,1 |
Waarneemster | 17,4 |
In loondienst van zelfstandig gevestigde verloskundige | 6,0 |
In loondienst van gezondheidscentrum | 3,0 |
In 2016 waren er 3.221 verloskundigen en 555 verloskundigenpraktijken
Op 1 januari 2016 waren er in Nederland 3.221 werkzame verloskundigen. Hiervan zijn 2.315 verloskundigen werkzaam in de eerste lijn en zijn 906 verloskundigen klinisch werkzaam. In 2016 telde Nederland 555 verloskundigenpraktijken in de eerste lijn. Het grootste deel van alle verloskundigen (46%) werkte in 2016 in een eigen praktijk (alleen of in maatschap) (Kenens et al., 2017).
Onbekend aantal verloskundig actieve huisartsen
Het is niet precies bekend hoeveel verloskundig actieve huisartsen er zijn. Volgens een analyse van gegevens van het College voor Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden (CHBB) en de NIVEL-huisartsenregistratie waren er eind 2011 waarschijnlijk minimaal 168 en maximaal 458 verloskundig actieve huisartsen. In 1977 waren er zo'n 2.700 huisartsen verloskundig actief. Daarna is het aantal gedaald tot 1.120 in 1998 en 465 in 2002 (Van der Velden et al., 2012). Zowel het aantal huisartsen dat ingeschreven staat in het CHBB-register Verloskunde als het aantal praktijken dat in de NIVEL-huisartsenregistratie heeft aangegeven dat zij bevallingen begeleiden, is sinds 2011 gedaald. Steeds minder huisartsen houden zich dus bezig met de begeleiding van zwangere vrouwen.
Meer informatie
Aantal huisartsenposten en SEH's
Aantal huisartsenposten en samenwerking met SEH's 2020
Type locatie |
Aantal locaties |
Peiljaar |
---|---|---|
113 |
2020 | |
Totaal aantal afdelingen Spoedeisende Hulp: |
83 |
2020 |
Bron: Gebaseerd op Benchmark huisartsenposten 2019 (InEen, 2020); bewerkt door RIVM; RIVM, 2020
113 huisartsenposten
Rond 2000 ontstonden in veel regio’s in Nederland huisartsenposten. In 2020 (peildatum oktober) waren er 113 HAP's die georganiseerd waren in 55 huisartsendienstenstructuren (HDS’en). Bij een huisartsenpost werken gemiddeld 70 huisartsen en 22 triagisten.
80 ziekenhuislocaties met een SEH-afdeling
Volgens de Analyse gevoelige ziekenhuizen 2020 zijn er in totaal 83 ziekenhuislocaties met een SEH. Hiervan zijn 80 locaties 24/7 uur geopend, 3 SEH’s zijn overdag en ’s avonds geopend en zijn ’s nachts gesloten.
Meer informatie
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Literatuur
- Bereikbaarheidsanalyse SEH’s en acute verloskunde 2020 (Analyse gevoelige ziekenhuizen). Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu; 2020. Bron