Zorguitgaven dementie naar sector
Zorguitgaven dementie 2017
Zorgsector | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
Ouderenzorg | 2683,7 | 5994,3 |
Beheer | 69,4 | 161,2 |
Ziekenhuiszorg | 32,8 | 35,1 |
Geestelijke gezondheidszorg | 28,6 | 30,1 |
Genees- en hulpmiddelen | 3,6 | 5,4 |
Overig | 3,4 | 5,4 |
Bron: Kosten van Ziekten
- Geraamde cijfers
- ICD-10-codes: F00-F03, F05.1, G30
Dementie duurste ziekte in Nederland
De zorguitgaven voor dementie bedroegen 9,1 miljard euro in 2017. Dit komt overeen met 10,3% van de totale zorguitgaven in de Nederlandse gezondheidszorg en 36,0% van de totale zorguitgaven voor psychische stoornissen. Dementie is voor mannen en vrouwen samen de duurste ziekte. Bijna alle zorguitgaven voor mensen met dementie (96%) gingen in 2017 naar de ouderenzorg. De ouderenzorg omvat de zorg van verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg aan hulpbehoevende ouderen.
Meer informatie
Datum publicatie
Zorguitgaven dementie naar leeftijd en geslacht
Zorguitgaven dementie 2017
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0 | 0,0 | 0,0 |
1-4 | 0,0 | 0,0 |
5-9 | 0,0 | 0,0 |
10-14 | 0,0 | 0,0 |
15-19 | 0,0 | 0,0 |
20-24 | 0,2 | 0,0 |
25-29 | 0,9 | 0,3 |
30-34 | 0,6 | 0,3 |
35-39 | 0,8 | 0,8 |
40-44 | 2,6 | 2,6 |
45-49 | 8,7 | 5,0 |
50-54 | 19,4 | 12,1 |
55-59 | 44,5 | 27,4 |
60-64 | 73,1 | 52,1 |
65-69 | 194,3 | 204,0 |
70-74 | 314,9 | 394,4 |
75-79 | 461,1 | 701,9 |
80-84 | 639,0 | 1290,2 |
85-89 | 645,1 | 1789,2 |
90-94 | 331,6 | 1262,4 |
95+ | 84,5 | 488,7 |
Bron: Kosten van Ziekten
- Geraamde cijfers
- ICD-10-codes: F00-F03, F05.1, G30
Hogere zorguitgaven voor vrouwen
De zorguitgaven voor dementie nemen vooral voor vrouwen sterk toe met de leeftijd. Van alle zorguitgaven voor dementie in 2017 ging 31% naar de zorg voor mannen en 69% naar de zorg voor vrouwen. De zorguitgaven voor dementie bedroegen in totaal 9,1 miljard euro in 2017. Een mogelijke verklaring is dat vrouwen een hogere levensverwachting hebben dan mannen, waardoor de groep die deze ziekte kan ontwikkelen groter is bij vrouwen dan bij mannen. Omdat vrouwen vanwege het verschil in levensverwachting gemiddeld vaker alleenstaand zijn dan mannen, maken zij ook meer gebruik van professionele zorg in een instelling.