Prevalentie en nieuwe gevallen coronaire hartziekten in huisartsenpraktijk
Coronaire hartziekten naar type in 2019
Nieuwe gevallen |
Jaarprevalentie |
|||
---|---|---|---|---|
Mannen |
Vrouwen |
Mannen |
Vrouwen |
|
Per 1.000 personen |
||||
Angina pectoris (K74) |
1,9 |
1,6 |
27,1 |
21,5 |
Acuut myocardinfarct (AMI; K75) |
6,0 |
2,7 |
20,8 |
8,3 |
Andere/chronische ischemische hartziekte (K76) |
0,9 |
0,5 |
16,5 |
7,5 |
Absolute aantallen |
||||
Angina pectoris (K74) |
16.000 |
13.900 |
233.700 |
188.100 |
Acuut myocardinfarct (AMI; K75) |
51.800 |
23.700 |
179.200 |
72.400 |
Andere/chronische ischemische hartziekte (K76) |
7.300 |
4.400 |
141.900 |
65.100 |
- ICPC-codes K74, K75 en K76
Naar schatting 773.000 mensen met coronaire hartziekten
In 2019 waren er naar schatting 773.000 mensen met een coronaire hartziekte: 480.100 mannen en 292.900 vrouwen (jaarprevalentie). Dat zijn 55,7 per 1.000 mannen en 33,5 per 1.000 vrouwen. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2019 bekend waren bij de huisarts voor ten minste één vorm van coronaire hartziekten. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2019 contact te hebben gehad met de huisarts voor coronaire hartziekten. Mensen met meerdere vormen van coronaire hartziekten tellen dus maar één keer mee in het totaal.
Huisartsencijfers lager dan zelfgerapporteerde cijfers
In de CBS-Gezondheidsenquête gaf 3,3% van de ondervraagden (12 jaar en ouder) aan ooit (levensprevalentie) een acuut hartinfarct te hebben gehad: 4,7% van de mannen en 1,9% van de vrouwen. Het percentage mensen dat zelf aangeeft ooit een acuut hartinfarct te hebben gehad, is hoger dan de (jaar)prevalentie op basis van registratie door de huisarts.
75.500 nieuwe patiënten met acuut myocardinfarct in 2019
In 2019 kwamen er 75.500 nieuwe patiënten met een acuut myocardinfarct bij: 51.800 mannen en 23.700 vrouwen. Het aantal nieuwe gevallen van angina pectoris is 29.900 en andere/chronische ischemische hartziekte is 11.700. Deze schattingen zijn gebaseerd op de Nivel Zorgregistraties eerste lijn.
Niet alle hartinfarcten worden opgemerkt
Vooral bij oudere personen wordt een hartinfarct niet altijd opgemerkt. Dit noemen we 'stille infarcten'. Achteraf zijn deze infarcten wel op het elektrocardiogram (ECG) zichtbaar. Personen met een stil infarct hebben een verhoogde kans op sterfte aan coronaire hartziekten (de Torbal et al., 2006). Bij de cijfers uit de huisartsenregistraties worden deze stille infarcten niet meegeteld, omdat de huisarts ze (ook) niet heeft opgemerkt.
Meer informatie
Prevalentie coronaire hartziekten in huisartsenpraktijk naar leeftijd en geslacht
Jaarprevelentie coronaire hartziekten 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 0,0 | 0,0 |
5-9 | 0,1 | 0,1 |
10-14 | 0,1 | 0,0 |
15-19 | 0,2 | 0,2 |
20-24 | 0,4 | 0,2 |
25-29 | 0,6 | 0,4 |
30-34 | 1,2 | 0,5 |
35-39 | 2,9 | 1,7 |
40-44 | 7,8 | 3,8 |
45-49 | 20,0 | 8,4 |
50-54 | 38,4 | 18,2 |
55-59 | 66,8 | 32,2 |
60-64 | 105,9 | 51,3 |
65-69 | 153,1 | 69,3 |
70-74 | 199,1 | 94,6 |
75-79 | 244,9 | 132,3 |
80-84 | 296,8 | 177,7 |
85+ | 345,8 | 228,1 |
- ICPC-codes K74, K75 en K76
Coronaire hartziekten vaker bij mannen en bij ouderen
In 2019 waren er naar schatting 773.000 mensen met coronaire hartziekten (jaarprevalentie). Per leeftijdsklasse zijn er relatief meer mannen dan vrouwen met coronaire hartziekten. Voor zowel mannen als vrouwen stijgt de prevalentie met de leeftijd. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2018 bekend waren bij de huisarts voor coronaire hartziekten. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2018 contact te hebben gehad met de huisarts voor coronaire hartziekten.