Prevalentie en nieuwe gevallen COPD in huisartsenpraktijk
COPD naar type in 2019
|
Nieuwe gevallen |
Jaarprevalentie |
||
---|---|---|---|---|
|
Mannen |
Vrouwen |
Mannen |
Vrouwen |
Per 1.000 personen |
||||
Chronische bronchitis/bronchiëctasieën (R91) |
0,5 |
0,5 |
7,2 |
8,5 |
Emfyseem/COPD (R95) |
1,4 |
1,4 |
28,1 |
26,6 |
COPD (R91, R95) a |
|
|
33,8 |
33,6 |
Absolute aantallen |
||||
Chronische bronchitis/bronchiëctasieën (R91) |
4.300 |
4.700 |
61.700 |
74.500 |
Emfyseem/COPD (R95) |
12.300 |
12.200 |
242.900 |
242.400 |
COPD (R91, R95) a |
|
|
291.400 |
293.200 |
Naar schatting bijna 585.000 patiënten met COPD
In 2019 hadden 584.600 mensen COPD (chronische bronchitis en/of emfyseem): 291.400 mannen en 293.200 vrouwen (33,8 per 1.000 mannen en 33,6 per 1.000 vrouwen). De jaarprevalentie betreft een schatting van alle COPD-patiënten die gedurende een jaar bekend zijn bij de huisarts. Deze patiënten hoeven niet allemaal in dat betreffende jaar contact te hebben gehad met de huisarts voor hun COPD.
Huisartsencijfers lager dan zelfgerapporteerde cijfers
In CBS-Gezondheidsenquête gaf 4,3% van de ondervraagden aan dat zij en/of hun kind in 2019 COPD-klachten hebben gehad. Dit percentage is hoger dan de jaarprevalentie op basis van registratie door de huisarts. Daarvoor zijn ten minste drie verklaringen:
- Niet alle patiënten met chronische hoestklachten, slijm opgeven en kortademigheid komen bij de huisarts.
- Patiënten met luchtwegobstructie kunnen langzaam gewend zijn geraakt aan de benauwdheid en/of hun leven hierop hebben aangepast.
- Niet alle gevallen van COPD worden door de huisarts (meteen) onderkend.
24.500 nieuwe patiënten met emfyseem en 8.900 met chronische bronchitis in 2019
In 2019 kwamen er 24.500 nieuwe patiënten met emfyseem bij (12.300 mannen en 12.200 vrouwen). Het aantal nieuwe gevallen van chronische bronchitis was 8.900 (4.300 mannen en 4.700 vrouwen). Deze schattingen zijn gebaseerd op de NIVEL Zorgregistraties eerste lijn.
Meer informatie
Datum publicatie
Prevalentie COPD in huisartsenpraktijk naar leeftijd en geslacht
Jaarprevalentie COPD 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 2,1 | 1,7 |
5-9 | 2,9 | 2,0 |
10-14 | 4,0 | 3,1 |
15-19 | 3,7 | 3,5 |
20-24 | 3,4 | 3,5 |
25-29 | 3,5 | 3,6 |
30-34 | 4,2 | 4,7 |
35-39 | 5,2 | 5,6 |
40-44 | 8,8 | 9,4 |
45-49 | 15,6 | 15,7 |
50-54 | 24,9 | 28,9 |
55-59 | 41,2 | 46,3 |
60-64 | 64,2 | 72,5 |
65-69 | 90,1 | 88,5 |
70-74 | 109,2 | 95,5 |
75-79 | 130,8 | 104,2 |
80-84 | 163,6 | 106,4 |
85+ | 178,9 | 108,4 |
- ICPC-codes R91 en R95
Deze cijfers zijn ook onderdeel van |
---|
COPD vaker bij mannen en bij ouderen
In 2019 hadden 584.600 mensen COPD (chronische bronchitis en/of emfyseem). COPD komt voornamelijk voor bij mensen van 50 jaar en ouder en de prevalentie neemt toe met de leeftijd. Vanaf 65 jaar komt COPD vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De jaarprevalentie betreft een schatting van alle COPD-patiënten die gedurende een jaar bekend zijn bij de huisarts. Deze patiënten hoeven niet allemaal in dat betreffende jaar contact te hebben gehad met de huisarts voor hun COPD.
Meer informatie
Datum publicatie
Prevalentie COPD in huisartsenpraktijk naar opleiding
Jaarprevalentie COPD naar opleiding 2018
Laag | Middelbaar | Hoog | |
---|---|---|---|
Toaal | 24,4 | 12,1 | 6 |
Mannen | 20,9 | 11,4 | 6,3 |
Vrouwen | 27,9 | 12,8 | 5,8 |
25-34 | 6,7 | 5,2 | 3,9 |
35-44 | 14,2 | 8,7 | 4,8 |
45-54 | 45,9 | 24,9 | 9,8 |
- ICPC-codes R91, R95
- Laag opleidingsniveau = basisonderwijs, vmbo, eerste 3 leerjaren van havo/ vwo of de assistentenopleiding (mbo-1)
- Middelbaar opleidingsniveau = bovenbouw van havo/ vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4)
- Hoog opleidingsniveau = hbo of wo
Verschillen COPD naar opleiding grootst bij vrouwen
De grafiek geeft over 2018 de jaarprevalentie van COPD naar opleiding in de registratie van huisartsen weer. In deze registratie zijn de verschillen naar opleiding zijn het grootst bij vrouwen en ze nemen toe met de leeftijd. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2018 bekend waren bij de huisarts met COPD. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2018 contact te hebben gehad met de huisarts voor COPD.