Aantal mensen met chronische aandoening bekend bij de huisarts
Eén of meer chronische aandoeningen 1 januari 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 30,3 | 26,3 |
5-9 | 47,1 | 43,0 |
10-14 | 50,7 | 48,9 |
15-19 | 46,4 | 47,6 |
20-24 | 41,0 | 45,3 |
25-29 | 35,6 | 42,7 |
30-34 | 32,4 | 43,0 |
35-39 | 34,4 | 45,5 |
40-44 | 39,6 | 50,0 |
45-49 | 46,5 | 56,0 |
50-54 | 54,8 | 63,9 |
55-59 | 64,6 | 72,3 |
60-64 | 75,0 | 80,6 |
65-69 | 83,7 | 86,9 |
70-74 | 89,1 | 91,4 |
75-79 | 93,3 | 94,7 |
80-84 | 95,6 | 96,7 |
85+ | 96,9 | 98,0 |
9,9 miljoen mensen met een chronische aandoening
Op 1 januari 2019 hadden 9,9 miljoen mensen in Nederland één of meer chronische aandoeningen. Dit komt overeen met 57% van de Nederlandse bevolking. Een ‘chronische aandoening’ is hier gedefinieerd als een aandoening waarbij over het algemeen geen uitzicht is op volledig herstel. De schatting is gebaseerd op een selectie van 109 door de huisarts geregistreerde chronische aandoeningen. De diagnose kan gesteld zijn door de huisarts zelf of kan zijn overgenomen van een andere zorgverlener. Overigens hebben niet alle mensen met een chronische aandoening jaarlijks contact met de huisartsenpraktijk voor die ziekte. Voor het aantal mensen met een chronische aandoening dat hiervoor in 2019 contact heeft gehad met de huisartsenpraktijk, zie Aantal mensen met een chronische aandoening in zorg bij de huisarts.
Ruim 95% van de 75-plussers heeft een chronische aandoening
Chronische aandoeningen komen op alle leeftijden voor. Het percentage mensen met één of meer chronische aandoeningen is echter hoger op hogere leeftijd. Ruim 95% van de mensen van 75 jaar en ouder heeft ten minste één chronische aandoening. De prevalentie onder personen jonger dan 40 jaar is ruim 40%.
Meer vrouwen dan mannen met een chronische aandoening
In de leeftijdsgroep van 0 tot 15 jaar zijn er relatief meer jongens dan meisjes met een chronische aandoening. In de leeftijdsgroep van 15 en ouder zijn er juist relatief meer vrouwen dan mannen met een chronische aandoening. In de totale bevolking zijn er, zowel absoluut als relatief, meer vrouwen dan mannen met een chronische aandoening: 4,7 miljoen mannen (54% van alle mannen) en 5,3 miljoen vrouwen (60% van alle vrouwen).
Meer informatie
Datum publicatie
Aantal mensen met chronische aandoening in zorg bij de huisarts
Contact met huisartsenpraktijk voor een chronische aandoening 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 14,0 | 12,8 |
5-9 | 10,7 | 10,1 |
10-14 | 10,3 | 10,7 |
15-19 | 8,7 | 11,2 |
20-24 | 8,2 | 11,7 |
25-29 | 8,9 | 12,7 |
30-34 | 10,0 | 14,6 |
35-39 | 12,0 | 16,9 |
40-44 | 16,3 | 20,5 |
45-49 | 22,4 | 26,7 |
50-54 | 30,2 | 35,8 |
55-59 | 40,4 | 44,5 |
60-64 | 52,0 | 54,8 |
65-69 | 63,3 | 64,0 |
70-74 | 70,9 | 72,2 |
75-79 | 77,9 | 79,0 |
80-84 | 81,2 | 82,5 |
85+ | 82,5 | 83,3 |
- Het aantal persoonsjaren in een kalenderjaar is gelijk aan de totale registratieduur (uitgedrukt in jaren) van alle patiënten in een huisartsenpraktijk.
Deze cijfers zijn ook onderdeel van |
---|
5,4 miljoen mensen hadden in 2019 contact met de huisartsenpraktijk voor een chronische aandoening
In 2019 hadden 5,4 miljoen mensen minimaal eenmaal contact met de huisartsenpraktijk voor een chronische aandoening. Dit komt overeen met 31% van de Nederlandse bevolking. Een ‘chronische aandoening’ is hier gedefinieerd als een aandoening waarbij over het algemeen geen uitzicht is op volledig herstel. De schatting is gebaseerd op een selectie van 109 chronische aandoeningen.
Ruim 80% van de mensen van 75 jaar en ouder had contact met de huisartsenpraktijk voor een chronische aandoening
Het percentage mensen met één of meer chronische aandoeningen is hoger op hogere leeftijd. Van de mensen van 75 jaar en ouder heeft ruim 80% in 2019 minimaal eenmaal contact gehad met de huisartsenpraktijk voor een chronische aandoening. Voor personen jonger dan 40 jaar ligt dit percentage gemiddeld op 11%.
Meer informatie
Datum publicatie
Aantal mensen met multimorbiditeit bekend bij de huisarts
Twee of meer chronische aandoeningen 1 januari 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 5,0 | 3,8 |
5-9 | 12,7 | 10,6 |
10-14 | 16,8 | 14,6 |
15-19 | 14,9 | 15,4 |
20-24 | 12,3 | 14,6 |
25-29 | 9,5 | 13,4 |
30-34 | 8,5 | 14,2 |
35-39 | 9,7 | 16,1 |
40-44 | 12,7 | 19,1 |
45-49 | 18,3 | 24,6 |
50-54 | 25,5 | 32,8 |
55-59 | 35,8 | 43,5 |
60-64 | 48,4 | 55,5 |
65-69 | 61,5 | 66,4 |
70-74 | 71,3 | 75,4 |
75-79 | 79,9 | 83,3 |
80-84 | 85,9 | 88,6 |
85+ | 89,9 | 92,3 |
Ongeveer 5,4 miljoen mensen hebben meer dan één chronische aandoening
In 2019 hadden 5,4 miljoen mensen twee of meer chronische aandoeningen (multimorbiditeit). Dit komt overeen met 31% van de totale Nederlandse bevolking en met 54% van de mensen met ten minste één chronische ziekte. Overigens hebben niet alle mensen met multimorbiditeit jaarlijks contact met de huisartsenpraktijk. Voor het aantal mensen dat in 2019 contact heeft gehad met de huisartsenpraktijk voor meer dan één chronische ziekte, zie Aantal mensen met multimorbiditeit in zorg bij de huisarts.
Aantal mensen met multimorbiditeit neemt sterk toe vanaf 40 jaar
Bij mensen die jonger zijn dan 40 jaar komt multimorbiditeit relatief minder voor, maar het percentage mensen met multimorbiditeit is ook in deze leeftijdsgroep nog altijd gemiddeld 12%. Vanaf de leeftijd van 40 jaar neemt de prevalentie sterk toe. Van de mensen van 75 jaar en ouder heeft 86% meer dan één chronische aandoening.
Meer vrouwen dan mannen met multimorbiditeit
Er zijn meer vrouwen met multimorbiditeit dan mannen, zowel relatief (34% van de vrouwen en 28% van de mannen) als absoluut (3,0 miljoen vrouwen en 2,4 miljoen mannen). In de leeftijdsgroep van 0 tot 15 jaar zijn er relatief meer jongens dan meisjes met multimorbiditeit. In de leeftijdsgroep van 15 en ouder jaar zijn er juist relatief meer vrouwen dan mannen met multimorbiditeit.
Meer informatie
- Definities: chronische aandoening
- Definities: multimorbiditeit
- Nivel Zorgregistraties eerste lijn: selectie van 109 chronische aandoeningen
Datum publicatie
Aantal mensen met multimorbiditeit in zorg bij de huisarts
Contact met huisartsenpraktijk voor twee of meer chronische aandoeningen 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 1,0 | 0,8 |
5-9 | 0,8 | 0,7 |
10-14 | 0,8 | 0,9 |
15-19 | 0,7 | 0,9 |
20-24 | 0,6 | 1,2 |
25-29 | 0,8 | 1,4 |
30-34 | 1,0 | 1,8 |
35-39 | 1,6 | 2,5 |
40-44 | 2,6 | 3,6 |
45-49 | 4,6 | 5,8 |
50-54 | 7,6 | 9,9 |
55-59 | 12,4 | 15,0 |
60-64 | 19,3 | 21,9 |
65-69 | 27,7 | 29,6 |
70-74 | 35,2 | 37,2 |
75-79 | 43,1 | 44,7 |
80-84 | 48,3 | 49,2 |
85+ | 50,4 | 50,3 |
- Het aantal persoonsjaren in een kalenderjaar is gelijk aan de totale registratieduur (uitgedrukt in jaren) van alle patiënten in een huisartsenpraktijk.
2,0 miljoen mensen hadden in 2019 contact met de huisartsenpraktijk voor meer dan één chronische aandoening
In 2019 hadden 2,0 miljoen mensen contact met de huisartsenpraktijk voor twee of meer chronische aandoeningen (multimorbiditeit). Dit komt overeen met 11% van de Nederlandse bevolking. Een ‘chronische aandoening’ is hier gedefinieerd als een aandoening waarbij over het algemeen geen uitzicht is op volledig herstel. De schatting is gebaseerd op een selectie van 109 door chronische aandoeningen.
Bijna de helft van alle mensen van 75 jaar en ouder had contact met de huisartsenpraktijk
Het percentage mensen dat contact heeft met de huisartsenpraktijk voor twee of meer chronische aandoeningen neemt sterk toe met de leeftijd. Bijna de helft (47%) van de mensen van 75 jaar en ouder heeft in 2019 minimaal eenmaal contact gehad met de huisartsenpraktijk voor twee of meer chronische aandoeningen. Voor personen jonger dan 40 jaar ligt dit percentage gemiddeld op 1,1%.
Meer informatie
Datum publicatie
Prevalentie multimorbiditeit naar aantal chronische aandoeningen
Verdeling naar aantal chronische aandoeningen 1 januari 2019
Leeftijd | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10+ |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
0-24 | 56,1 | 31,1 | 10,0 | 2,2 | 0,4 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
25-54 | 53,7 | 28,5 | 11,5 | 4,1 | 1,4 | 0,5 | 0,2 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
55-64 | 26,8 | 27,3 | 20,3 | 12,6 | 6,8 | 3,4 | 1,6 | 0,7 | 0,3 | 0,1 | 0,1 |
65-74 | 12,2 | 19,0 | 20,8 | 17,7 | 12,7 | 8,0 | 4,8 | 2,5 | 1,2 | 0,6 | 0,5 |
75-84 | 5,1 | 10,8 | 15,8 | 17,8 | 16,4 | 12,7 | 8,8 | 5,6 | 3,3 | 1,9 | 1,8 |
85+ | 2,4 | 6,1 | 11,4 | 15,3 | 16,4 | 14,9 | 12,1 | 8,5 | 5,5 | 3,5 | 3,8 |
Totaal | 41,7 | 26,4 | 13,7 | 7,4 | 4,4 | 2,7 | 1,6 | 0,9 | 0,5 | 0,3 | 0,3 |
18% van de mensen heeft drie of meer chronische aandoeningen
Van alle mensen heeft 26% één chronische aandoening, 14% heeft twee chronische aandoeningen en 18% heeft drie of meer chronische aandoeningen. Deze verdeling varieert sterk tussen leeftijdsgroepen. Van de mensen van 0 tot en met 24 jaar heeft 31% één chronische aandoening, 10% heeft twee chronische aandoeningen en 3% heeft drie of meer chronische aandoeningen. Voor mensen van 85 jaar en ouder is dat respectievelijk 6%, 11% en 80%.
Meer informatie
- Definities: chronische aandoening
- Definities: multimorbiditeit
- Nivel Zorgregistraties eerste lijn: selectie van 109 chronische aandoeningen