Prevalentie en nieuwe gevallen beroerte in huisartsenpraktijk
Beroerte naar type in 2019
Nieuwe gevallen |
Jaarprevalentie |
|||
---|---|---|---|---|
Mannen |
Vrouwen |
Mannen |
Vrouwen |
|
Per 1.000 personen |
||||
TIA, passagère cerebrale ischemie (K89) |
3,3 |
3,5 |
9,4 |
9,9 |
Overige beroerte (K90) |
2,3 |
2,2 |
21,2 |
19,6 |
Beroerte (K89, K90) a |
29,4 |
28,4 |
||
Absolute aantallen |
||||
TIA, passagère cerebrale ischemie (K89) |
28.700 |
30.300 |
81.300 |
86.600 |
Overige beroerte (K90) |
19.700 |
18.800 |
182.700 |
171.500 |
Beroerte (K89, K90) a |
253.100 |
247.500 |
- ICPC-codes K89 en K90
a) De totale jaarprevalentie van beroerte komt overeen met het aantal mensen dat in 2019 ten minste één vorm van beroerte had. Mensen met meerdere vormen van beroerte tellen dus maar één keer mee in het totaal.
Deze cijfers zijn ook onderdeel van |
---|
Naar schatting 500.600 mensen met een beroerte
In 2019 waren er naar schatting 500.600 mensen met een beroerte (inclusief TIA), 253.100 mannen en 247.500 vrouwen (jaarprevalentie). Dat zijn 29,4 per 1.000 mannen en 28,4 per 1.000 vrouwen. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2019 bekend waren bij de huisarts voor een beroerte. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2019 contact te hebben gehad met de huisarts voor beroerte. Mensen in een verpleeghuis zijn in deze schattingen niet opgenomen.
Huisartsencijfers lager dan zelfgerapporteerde cijfers
In de CBS-Gezondheidsenquête gaf 3,4% van de ondervraagden (12 jaar en ouder) aan in 2019 een beroerte, hersenbloeding of herseninfarct te hebben gehad. Dit percentage is hoger dan de (jaar)prevalentie op basis van registratie door de huisarts. Dit verschil is te verklaren doordat:
- de informatie uit de Gezondheidsenquête via zelfrapportage is verkregen, en de diagnose dus niet per se gesteld is door de (huis)arts;
- in huisartsenregistraties worden alleen beroertes meegeteld waarvoor de patiënt contact heeft gehad met de huisarts of waarover de huisarts van de neuroloog een bericht heeft ontvangen.
Ongeveer 59.000 nieuwe patiënten met een TIA in 2019
In 2019 kwamen er ongeveer 59.000 nieuwe patiënten met een TIA bij: 28.700 mannen en 20.300 vrouwen. Het aantal nieuwe gevallen voor overige beroerten is 38.500 in 2019: 19.700 mannen en 18.800 vrouwen. Deze schatting is gebaseerd op de NIVEL Zorgregistratie eerste lijn. Mensen in een verpleeghuis zijn in deze schattingen niet opgenomen.
Meer informatie
Datum publicatie
Prevalentie beroerte in huisartsenpraktijk naar leeftijd en geslacht
Jaarprevalentie beroerte 2019
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
0-4 | 0,6 | 0,5 |
5-9 | 0,7 | 0,8 |
10-14 | 0,7 | 0,6 |
15-19 | 0,8 | 0,6 |
20-24 | 0,7 | 1,1 |
25-29 | 1,3 | 1,5 |
30-34 | 1,8 | 2,0 |
35-39 | 2,9 | 4,0 |
40-44 | 4,9 | 6,5 |
45-49 | 11,0 | 11,7 |
50-54 | 18,5 | 18,8 |
55-59 | 31,7 | 26,7 |
60-64 | 47,2 | 38,9 |
65-69 | 71,1 | 53,9 |
70-74 | 98,1 | 71,9 |
75-79 | 139,5 | 107,1 |
80-84 | 170,7 | 140,4 |
85+ | 228,9 | 200,3 |
- ICPC-codes K89 en K90
Deze cijfers zijn ook onderdeel van |
---|
Beroerte vaker bij mannen en bij ouderen
In 2019 waren er naar schatting 500.600 mensen met een beroerte (jaarprevalentie, inclusief TIA). In de verschillende leeftijdsklassen zijn er relatief meer mannen dan vrouwen met een beroerte. De prevalentie neemt sterk toe met de leeftijd. Bij personen jonger dan 55 jaar komen beroertes relatief gezien weinig voor. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2019 bekend waren bij de huisarts voor beroerte. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2019 contact te hebben gehad met de huisarts voor beroerte.