Trend in incidentie van zelfgerapporteerde beroepsziekten
Incidentie zelfgerapporteerde beroepsziekten 2014-2018
Psychische aandoeningen | Bewegingsapparaat | Omgeving | Totaal | |
---|---|---|---|---|
2014 | 1,4 | 1,7 | 0,7 | 3,2 |
2016 | 1,6 | 1,6 | 0,7 | 3,2 |
2018 | 1,9 | 1,6 | 0,8 | 3,7 |
- Ten minste 1 beroepsziekte vastgesteld door een arts (incidentie)
Meeste werknemers rapporteren psychische aandoening
In de periode 2014-2018 is het aantal werknemers met naar eigen zeggen door een arts vastgestelde beroepsziekte gestegen van 3,2% naar 3,7%. In 2018 heeft 3,7% van de werknemers een door een arts vastgestelde beroepsziekte opgelopen. Dit percentage komt neer op ongeveer 266.600 werknemers per jaar die een beroepsziekte rapporteren. Hiervan geven de meeste werknemers aan een psychische aandoening te hebben (1,9%), gevolgd door aandoeningen aan het bewegingsapparaat (1,6%). Bij de zelfstandigen is dit andersom: de meeste zelfstandigen geven aan een aandoening aan het bewegingsapparaat te hebben opgelopen (0,8%), gevolgd door een psychische aandoening (0,5%). In totaal heeft 1,6% van de zelfstandigen naar eigen zeggen een door een arts vastgestelde beroepsziekte opgelopen (Arbobalans, 2020; Hooftman et al., 2020).
Meer informatie
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Literatuur
- Arbobalans 2020: Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland [in press]. Leiden: TNO; 2020. GoogleScholar
- Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2019: Methodologie en globale resultaten. Leiden / Heerlen: TNO / CBS; 2020. Bron
Trend in aantal ziektegevallen in werkzame beroepsbevolking
Trend aantal ziektegevallen 2014-2018
Bewegingsapparaat | Ziekten van de huid | Psychisch | Ademhalingswegen | Gehoorstoornissen | Hart- en vaatziekten | Kanker | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 19,9 | 14,7 | 11 | 2,5 | 0,3 | 0,3 | 0,2 | 48,9 |
2015 | 19,6 | 13,9 | 10,5 | 2,4 | 0,3 | 0,3 | 0,2 | 47,1 |
2016 | 18,9 | 13,6 | 10,3 | 2,4 | 0,3 | 0,3 | 0,2 | 45,9 |
2017 | 20,5 | 13,7 | 11,9 | 1,7 | 0,3 | 0,2 | 0,2 | 48,4 |
2018 | 20,1 | 13,5 | 11,8 | 1,6 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 47,7 |
- Betreft een selectie van werkgebonden aandoeningen
- Schattingen betreffen het aantal ziektegevallen in de werkzame beroepsbevolking
Meeste ziektegevallen door aandoeningen bewegingsapparaat
Volgens schattingen van het RIVM komen in de periode 2014-2018 ziektegevallen door aandoeningen aan het bewegingsapparaat het meeste voor. In 2018 zijn ongeveer 20 per 1.000 werkenden bekend met een aandoening aan het bewegingsapparaat. Dat komt neer op ruim 170.000 werkenden. Ook aandoeningen aan de huid (13,5 per 1.000) en psychische aandoeningen (11,8 per 1.000) komen veel voor. Het aantal ziektegevallen door kanker onder de werkenden ligt laag. Dit komt doordat na blootstelling aan de kankerverwekkende stof vaak tientallen jaren verstrijken voordat de kanker tot uiting komt (latentietijd) en de meeste werknemers dan al gepensioneerd zijn.
Meer informatie
Datum publicatie
Trend in aantal CTE-patiënten
Patiënten met diagnose CTE 1998-2019
Diagnosen | |
---|---|
1998 | 60 |
1999 | 104 |
2000 | 45 |
2001 | 43 |
2002 | 44 |
2003 | 32 |
2004 | 24 |
2005 | 26 |
2006 | 20 |
2007 | 19 |
2008 | 5 |
2009 | 11 |
2010 | 9 |
2011 | 14 |
2012 | 13 |
2013 | 4 |
2014 | 7 |
2015 | 15 |
2016 | 9 |
2017 | 4 |
2018 | 0 |
2019 | 0 |
Bron: NCvB
Aantal patiënten met CTE gedaald
In de periode 1998-2019 is het totaal aantal patiënten met de diagnose Chronische Toxische Encephalopathie (CTE), vastgesteld door de Solvent Teams, sterk gedaald. Van 60 diagnosen in 1998 naar 4 diagnosen in 2017. Sinds 2018 is de diagnose CTE niet meer gesteld. CTE is ook bekend onder de naam Organisch Psycho Syndroom (OPS) of schildersziekte. De dalende trend wordt toegeschreven aan een groter bewustzijn van de schadelijke effecten van organische oplosmiddelen, zoals verven, lijmen en schoonmaakmiddelen. Dit heeft in Nederland geleid tot een sterk verminderde blootstelling (NCvB, 2020; NCvB, 2016).
Meer informatie
Trend in sterfte aan mesothelioom
Sterfte aan mesothelioom 1980-2019
Mannen | Vrouwen | |
---|---|---|
1980 | 165 | 63 |
1981 | 141 | 49 |
1982 | 172 | 40 |
1983 | 180 | 35 |
1984 | 194 | 53 |
1985 | 178 | 36 |
1986 | 178 | 50 |
1987 | 228 | 51 |
1988 | 250 | 64 |
1989 | 234 | 49 |
1990 | 260 | 51 |
1991 | 236 | 46 |
1992 | 273 | 42 |
1993 | 311 | 51 |
1994 | 315 | 76 |
1995 | 296 | 70 |
1996 | 282 | 44 |
1997 | 328 | 49 |
1998 | 289 | 36 |
1999 | 350 | 52 |
2000 | 337 | 52 |
2001 | 344 | 57 |
2002 | 337 | 57 |
2003 | 345 | 48 |
2004 | 347 | 51 |
2005 | 342 | 40 |
2006 | 397 | 66 |
2007 | 405 | 65 |
2008 | 368 | 53 |
2009 | 411 | 60 |
2010 | 429 | 52 |
2011 | 436 | 64 |
2012 | 427 | 70 |
2013 | 419 | 63 |
2014 | 446 | 59 |
2015 | 453 | 48 |
2016 | 456 | 92 |
2017 | 435 | 60 |
2018 | 445 | 79 |
2019 | 418 | 71 |
Bron: CBS Doodsoorzakenstatistiek (gedownload van CBS StatLine in juli 2020)
- ICD-10-code C45
- Cijfers voor 2019 zijn voorlopig
- De sterftecijfers vanaf 2013 zijn minder goed vergelijkbaar met eerdere jaren omdat het CBS is overgestapt van handmatig naar automatisch coderen (zie Verantwoording)
Sterfte aan mesothelioom bij mannen gestegen
Over sterfte door werkgebonden aandoeningen zijn in Nederland weinig cijfers beschikbaar. Sterftecijfers zijn alleen met enige nauwkeurigheid bekend voor arbeidsongevallen en mesothelioom. Mesothelioom wordt voornamelijk veroorzaakt door asbest. Ondanks het asbestverbod in 1993 is de absolute sterfte aan mesothelioom tussen 1980 en 2016 onder mannen toegenomen (CBS Doodsoorzakenstatistiek). De toename is een gevolg van de hoge blootstelling aan asbest, jaren daarvoor. Door de lange latentietijd tussen blootstelling aan asbest en het zich openbaren van de ziekte, wordt de golf van mesothelioomgevallen en de sterfte daaraan nu pas zichtbaar. Sinds 2016 neemt de sterfte aan mesothelioom onder mannen niet meer toe.
Meer informatie
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Bronnen
- zorggegevens.nl , Doodsoorzakenstatistiek.
Trend in sterfte aan pneumoconiosen
Sterfte aan pneumoconiosen 1980-2019
Mannen | |
---|---|
1980 | 80 |
1981 | 96 |
1982 | 89 |
1983 | 82 |
1984 | 90 |
1985 | 77 |
1986 | 69 |
1987 | 99 |
1988 | 76 |
1989 | 73 |
1990 | 83 |
1991 | 71 |
1992 | 87 |
1993 | 121 |
1994 | 78 |
1995 | 80 |
1996 | 66 |
1997 | 86 |
1998 | 61 |
1999 | 63 |
2000 | 24 |
2001 | 42 |
2002 | 37 |
2003 | 38 |
2004 | 25 |
2005 | 29 |
2006 | 19 |
2007 | 23 |
2008 | 26 |
2009 | 25 |
2010 | 19 |
2011 | 14 |
2012 | 21 |
2013 | 15 |
2014 | 18 |
2015 | 19 |
2016 | 13 |
2017 | 22 |
2018 | 21 |
2019* | 20 |
- ICD-10 codes J61-J64
- Cijfers voor 2019 zijn voorlopig
Sterfte aan pneumoconiosen sterk gedaald
Het aantal mannen dat overlijdt aan pneumoconiosen (stoflongen) is vooral in de tweede helft van de jaren negentig sterk gedaald (CBS Doodsoorzakenstatistiek). De verwachting is dat de sterfte aan pneumoconiosen verder zal dalen omdat de blootstelling steeds kleiner wordt. In de afgelopen jaren stierven er bijna geen vrouwen aan pneumoconiosen, omdat zij niet of in mindere mate zijn blootgesteld aan kwartsstof of asbest. Kwarts is een van nature aanwezige stof in zand en natuursteensoorten en de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van stoflongen.
Meer informatie
Datum publicatie
Bronnen en literatuur
Bronnen
- zorggegevens.nl , Doodsoorzakenstatistiek.