Het vóórkomen van baarmoederhalskanker
Aantal nieuwe gevallen van baarmoederhalskanker 2019
Leeftijdsklasse | Vrouwen | Vrouwen (absoluut) |
---|---|---|
0-4 | 0,00 | 0 |
5-9 | 0,00 | 1 |
10-14 | 0,00 | 0 |
15-19 | 0,00 | 0 |
20-24 | 0,01 | 3 |
25-29 | 0,06 | 34 |
30-34 | 0,29 | 153 |
35-39 | 0,19 | 96 |
40-44 | 0,19 | 100 |
45-49 | 0,20 | 124 |
50-54 | 0,14 | 90 |
55-59 | 0,13 | 81 |
60-64 | 0,10 | 53 |
65-69 | 0,09 | 44 |
70-74 | 0,10 | 48 |
75-79 | 0,10 | 32 |
80-84 | 0,12 | 28 |
85-89 | 0,12 | 19 |
90-94 | 0,07 | 5 |
95+ | 0,05 | 1 |
Bron: NKR, cijfers gedownload op 19 februari 2020
- De cijfers zijn voorlopig
- ICD-10-code C53
- Het absoluut aantal nieuwe gevallen is zichtbaar in de tabelweergave.
Ongeveer 910 nieuwe gevallen in 2019
In 2019 bedroeg het aantal nieuwe gevallen van een invasieve vorm van baarmoederhalskanker 912 (0,10 per 1.000 vrouwen). Relatief de meeste nieuwe gevallen van baarmoederhalskanker worden vastgesteld rond de leeftijd van 30 tot 35 jaar. Het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker is van grote invloed op de verdeling van het aantal nieuwe gevallen naar leeftijd. Vrouwen in de leeftijd van 30 tot en met 60 jaar worden voor het bevolkingsonderzoek uitgenodigd, wat leidt tot een verhoogde kans dat baarmoederhalskanker in deze leeftijdsgroep wordt vastgesteld.
Ongeveer 5.400 vrouwen met baarmoederhalskanker op 1 januari 2019
Op 1 januari 2019 waren er ongeveer 5.400 vrouwen met baarmoederhalskanker (Bron: NKR, cijfers gedownload 25 februari 2020). Dit komt overeen met 0,6 per 1.000 vrouwen (niet in de grafiek). Het betreft hier de tienjaarsprevalentie. Dit wil zeggen het aantal vrouwen dat in de loop van de tien jaar voorafgaand aan de peildatum (1 januari 2019) baarmoederhalskanker heeft gekregen en op de peildatum nog in leven was.