Trend prevalentie artrose in huisartsenpraktijk
Jaarprevalentie artrose in huisartsenpraktijk 2011-2019
Jaar | Mannen | Vrouwen | Mannen (absoluut) | Vrouwen (absoluut) |
---|---|---|---|---|
2011 | 100 | 100 | 306.400 | 631.500 |
2012 | 111 | 110 | 347.200 | 704.700 |
2013 | 112 | 110 | 360.900 | 720.900 |
2014 | 116 | 113 | 383.300 | 751.700 |
2015 | 121 | 117 | 411.200 | 797.600 |
2016 | 125 | 120 | 432.900 | 828.700 |
2017 | 135 | 129 | 479.300 | 906.100 |
2018 | 142 | 133 | 513.900 | 953.300 |
2019 | 144 | 132 | 535.300 | 957.200 |
- ICPC-code L89-L91
- Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2011
- Geïndexeerd (2011 is 100)
- De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.
Prevalentie artrose gestegen
In de periode 2011-2019 is het aantal mensen met artrose dat bekend was bij de huisarts (jaarprevalentie) gestegen. Voor mannen was de stijging (44%) groter dan voor vrouwen (32%). Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie).
Het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal mensen met artrose dat bekend was bij de huisarts is voor mannen toegenomen van 306.400 in 2011 naar 535.300 in 2019. Voor vrouwen is het aantal toegenomen van 631.500 in 2011 naar 957.200 in 2019 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave).
Prevalentie artrose ook gestegen tussen 1991 en 2014
De gestandaardiseerde jaarprevalentie van artrose is in de periode 1991-2014 gestegen. Ook in deze periode was de stijging voor mannen (55%) groter dan voor vrouwen (40%). Deze trend is gebaseerd op de huisartsenregistratie RNH-Limburg (zie: Trend jaarprevalentie en nieuwe gevallen artrose 1991-2014 (PDF; 119 KB)).
Meer informatie
Datum publicatie
Trend prevalentie artrose in huisartsenpraktijk naar opleiding
Jaarprevalentie artrose naar opleiding 2011-2018
Jaar | Laag | Middelbaar | Hoog |
---|---|---|---|
2011 | 23,7 | 13,2 | 7,1 |
2012 | 26,9 | 14,5 | 8,0 |
2013 | 26,9 | 15,4 | 9,3 |
2014 | 28,3 | 16,3 | 9,8 |
2015 | 28,0 | 16,9 | 10,4 |
2016 | 27,4 | 17,0 | 10,9 |
2017 | 31,0 | 18,8 | 12,1 |
2018 | 32,3 | 19,0 | 12,5 |
- ICPC-codes L89-L91
- Laag opleidingsniveau = basisonderwijs, vmbo, eerste 3 leerjaren van havo/ vwo of de assistentenopleiding (mbo-1).
- Middelbaar opleidingsniveau = bovenbouw van havo/ vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4)
- Hoog opleidingsniveau = hbo of wo
Verschillen prevalentie artrose tussen opleidingsniveaus vrijwel constant
De grafiek toont de trend in de jaarprevalentie van artrose onder 25- tot en met 54-jarigen in de registratie van huisartsen. Hierbij is de groep ingeschreven patiënten opgedeeld in drie opleidingsniveaus. Artrose komt relatief meer voor bij laagopgeleiden dan bij hoogopgeleiden. In de periode 2011-2018 waren de verschillen in de jaarprevalentie tussen de verschillende opleidingsniveaus vrijwel constant. De jaarprevalentie onder 25- tot en met 54-jarigen is voor alle opleidingsniveaus licht gestegen.
Meer informatie
Datum publicatie
Toekomstige trend artrose door demografische ontwikkelingen
Verwachte stijging aantal mensen met artrose door alleen demografie
Op basis van uitsluitend demografische ontwikkelingen zal het absoluut aantal mensen met artrose (jaarprevalentie) in de periode 2018-2040 naar verwachting met 36% stijgen. De verwachte stijging bedraagt 39% voor mannen en 35% voor vrouwen. De toename zal groter of kleiner kunnen zijn door andere (niet-demografische) ontwikkelingen die de kans op het vóórkomen van artrose beïnvloeden.