Incidentie arbeidsongeschiktheid naar leeftijd en geslacht
In- en uitstroom arbeidsongeschiktheidsuitkeringen 2019
|
Instroompercentage |
Uitstroompercentage |
||
---|---|---|---|---|
Leeftijd |
Mannen |
Vrouwen |
Mannen |
Vrouwen |
15-24 |
0,3 |
0,2 |
3,3 |
1,3 |
25-34 |
0,3 |
0,5 |
3,8 |
2,4 |
35-44 |
0,4 |
0,6 |
2,8 |
2,1 |
45-54 |
0,5 |
0,7 |
2,3 |
1,8 |
55+ |
1,0 |
1,2 |
9,8 |
8,1 |
Gemiddelde |
0,5 |
0,6 |
6,0 |
4,5 |
Totaal aantal |
25.229 |
27.002 |
25.589 |
19.862 |
- Het betreft de uitkeringen WAO, WIA, WAZ en Wajong
- Voor de berekening van het in- en uitstroompercentage zie: Methoden: In- en uitstroompercentage
Ruim 52.000 nieuwe arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in 2019
In 2019 zijn 52.200 zieke mensen ingestroomd in één van de arbeidsongeschiktheidswetten. Vrouwen hadden met 0,6% een iets grotere kans dan mannen (0,5%) om in te stromen. Voor het 25e levensjaar stroomden meer mannen dan vrouwen in. In 2019 hadden vrouwen gemiddeld minder kans om uit de arbeidsongeschiktheid te stromen dan mannen; 4,5% voor vrouwen tegen 6% voor mannen. Dit verschil wordt deels veroorzaakt door een andere leeftijdsverdeling bij vrouwen en deels door een lagere uitstroomkans in alle leeftijdsklassen.
Iemand wordt (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt verklaard en komt in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering WIA als hij/zij langer dan 104 weken ziek is en hierdoor niet of alleen gedeeltelijk kan werken. Jongeren en jongvolwassenen met gezondheidsproblemen en zonder arbeidsverleden kunnen vanaf 18 jaar tot het 27e levensjaar de Wajong instromen. Mensen die in het verleden een WAO/WAZ arbeidsongeschiktheidsuitkering hadden en opnieuw ziek worden kunnen mogelijk opnieuw instromen in de WAO/WAZ op basis van het eerdere recht daar op (UWV).
Laagste instroompercentage voor 15- tot 25-jarigen
Het instroompercentage is zowel voor mannen (0,3%) als voor vrouwen (0,2%) het laagst in de leeftijdscategorie van 15 tot 25 jaar. Als jongeren ziek zijn of beperkingen hebben stromen zij na hun opleiding vaak direct in de Wajong. In de jaren daarna neemt het instroompercentage geleidelijk toe per leeftijdscategorie en is voor zowel mannen als vrouwen het hoogst in de leeftijdscategorie 55+ (respectievelijk 1,0% en 1,2%). Dit komt doordat de kans op ziekten (zoals hart- en vaatziekten, kanker, reuma, etc.) ook toeneemt met de leeftijd. Het uitstroompercentage is ook het hoogst in de leeftijdscategorie 55+. Hiervan stroomt een groot deel uit vanwege het bereiken van de AOW-leeftijd. Daarnaast kan er uitstroom plaatsvinden door overlijden of door herstel/herbeoordeling (UWV).
Meer informatie
Datum publicatie
Prevalentie arbeidsongeschiktheid naar geslacht
Prevalentie arbeidsongeschiktheid naar geslacht, eind 2019
Mannen | Vrouwen | Totaal | |
---|---|---|---|
WAO | 106.535 | 129.980 | 236.515 |
WIA | 153.942 | 174.010 | 327.952 |
WAZ | 6.344 | 3.384 | 9.728 |
Wajong | 135.746 | 108.437 | 244.183 |
Bron: UWV
Ruim 818.000 arbeidsongeschikten eind 2019
Eind 2019 ontvingen 818.378 mensen een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het aandeel vrouwen (415.811) dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering kreeg lag iets hoger dan het aantal mannen (402.567). Het aantal van 818.378 is gelijk aan 6,3% van alle 15- tot 75-jarigen in Nederland (UWV).
Twee derde arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op basis WAO of WIA
Eind 2019 werd de ruime meerderheid (69%) van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen uitgekeerd op basis van de WAO of WIA. Daarnaast werd 30% uitgekeerd aan meerderjarigen zonder arbeidsverleden (op basis van de Wajong) en 1% aan beroepsbeoefenaren zonder werkgever (op basis van de WAZ). Van alle arbeidsongeschiktheidsuitkeringen gaat het voor 21% om gedeeltelijk arbeidsongeschikten (UWV).
Meer informatie
Datum publicatie
Prevalentie arbeidsongeschiktheid naar leeftijd en geslacht
Aantal WAO/WIA-, Wajong- en WAZ-uitkeringen, eind 2019
|
||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Leeftijd |
Mannen |
Vrouwen |
Mannen |
Vrouwen |
Mannen |
Vrouwen |
15-24 |
400 |
548 |
15.850 |
10.553 |
0 |
0 |
25-34 |
7.593 |
14.777 |
55.791 |
44.760 |
31 |
17 |
35-44 |
27.183 |
43.687 |
27.461 |
22.930 |
70 |
49 |
45-54 |
67.291 |
88.045 |
20.257 |
16.833 |
1.058 |
634 |
55-64 |
134.073 |
136.803 |
14.881 |
12.279 |
4.184 |
2.152 |
65+ |
23.937 |
20.130 |
1.506 |
1.082 |
1.001 |
532 |
Bron: UWV
- Cijfers over 2019 zijn voorlopige cijfers
Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen neemt toe met leeftijd
In de oudere leeftijdscategorieën worden meer arbeidsongeschiktheidsuitkeringen uitgekeerd dan in de jongere leeftijdscategorieën en het aantal neemt toe met de leeftijd. Dit geldt specifiek voor de WAO/WIA en de WAZ. Dit komt omdat mensen in de oudere leeftijdsklassen vaak meer gezondheidsproblemen hebben. Het aantal Wajong-uitkeringen neemt juist af met de leeftijd. Jongeren en jongvolwassenen met gezondheidsproblemen kunnen tot het 27e levensjaar in de Wajong instromen. Mensen in de oudere leeftijdscategorieën met een Wajong-uitkering ontvangen deze omdat ze tussen hun 18e en 27e jaar zijn ingestroomd en de Wajong-uitkering (soms met tussenpozen) jaren door kan lopen. Sinds het verhogen van de pensioenleeftijd kunnen ook mensen boven het 65e levensjaar nog een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgen (UWV).