Zorggebruik bij angststoornissen in de huisartsenpraktijk
Gemiddeld vier consulten per jaar voor angststoornissen
Patiënten met een angststoornis hebben gemiddeld bijna vier keer per jaar contact met de huisartsenpraktijk vanwege een angststoornis of angstige gevoelens. Bijna 60% van deze contacten bestaat uit consulten, bij de rest gaat het voornamelijk om telefonische of andere vormen van contact. Wanneer ook contacten voor andere klachten worden meegeteld, hebben patiënten met een angststoornis bijna veertien keer per jaar contact met de huisartspraktijk (Cardol et al., 2004). Dit is ruim twee keer zo veel als het gemiddelde van alle patiënten.
In de toekomst vaker diagnose angststoornis in huisartspraktijken
In bij- en nascholing van huisartsen nemen herkenning en diagnostiek van angststoornissen een belangrijke plaats in. Hierdoor zullen er in de toekomst waarschijnlijk meer patiënten met angststoornissen worden gediagnosticeerd. Dit heeft implicaties voor het aantal personen met angststoornissen dat behandeld zal worden in de eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg.
Bronnen en literatuur
Literatuur
- Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Huisartsenzorg: wat doet de poortwachter. Utrecht / Bilthoven: Nivel / Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM); 2004. Bron
Zorggebruik bij angststoornissen algemeen
Huisarts, apotheek en GGZ belangrijkste zorgaanbieders
De belangrijkste zorgaanbieders bij angststoornissen zijn de huisarts, de apotheek en de GGZ. De huisarts behandelt de meeste patiënten en heeft daarom een belangrijke rol in de diagnostiek, behandeling, begeleiding, controles en doorverwijzing van mensen met een angststoornis (Baan et al., 2003).
Ruim 4% van patiënten met angststoornissen doorverwezen
In ruim 4% van de eerste contacten verwijst de huisarts patiënten met angststoornissen of angstige gevoelens door. In de volgende contacten wordt bijna 2% doorverwezen. Verwijzing naar fysiotherapie komt in de eerste contacten vaker voor dan verwijzing naar de GGZ (Cardol et al., 2004). Meer dan de helft van de mensen met angststoornissen zoekt echter geen hulp bij een zorgaanbieder (Wang et al., 2005; Murray et al., 2012). Dit zijn vooral de mensen met specifieke of sociale fobieën.
Bronnen en literatuur
Literatuur
- Afstemming in de zorg. Een achtergrondstudie naar de zorg voor mensen met een chronische aandoening. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM); 2003. Bron
- Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Huisartsenzorg: wat doet de poortwachter. Utrecht / Bilthoven: Nivel / Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM); 2004. Bron
- Twelve-month use of mental health services in the United States: results from the National Comorbidity Survey Replication. Arch Gen Psychiatry. 2005;62(6):629-40. Pubmed | DOI
- Disability-adjusted life years (DALYs) for 291 diseases and injuries in 21 regions, 1990-2010: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2010. Lancet. 2012;380(9859):2197-223. Pubmed | DOI